St. Louis, meer van hetzelfde

Vanuit de verte heb ik de zittingen van de Generale Conferentie in St. Louis gevolgd. De opsommingen via Twitter van wat er zoals gebeurde hielpen me vooral om een idee te hebben van wat er op een bepaald moment aan de orde was. Vooral ook de berichtgeving via de onofficiële kanalen, zoals Spectrum en Adventist Today, boden een nuttig perspectief. Ik kan niet zeggen dat ik het gemist heb dat ik niet fysiek in St Louis was. Behalve dan dat ik wel graag vrienden en mensen, die ik tijdens mijn loopbaan in de kerk heb leren kennen, zou zijn tegengekomen.

Ik ben inmiddels weer een beetje bekomen van mijn teleurstelling dat Ted Wilson is herkozen als de voorzitter van ons hoogste bestuursapparaat. Het was geen grote verrassing. En als het voorzitterschap niet naar hem zou zijn gegaan, dan was waarschijnlijk Erton Köhler onze voorzitter geworden. Hij is de onlangs gekozen (en nu herkozen) algemeen secretaris van de Generale Conferentie, die al in de coulissen klaarstaat om het stokje van Wilson over te nemen. De uit Zuid-Amerika afkomstige Köhler is in veel opzichten een kopie van Wilson. Wij kunnen verwachten dat Köhler bij de volgende verkiezingsronde de belangrijkste kandidaat zal zijn voor het leiderschap van de kerk. Maar het zou mij ook niet verbazen als Wilson kort voor het verstrijken van zijn nieuwe termijn een reden vindt om af te treden en dan via een tussentijdse verkiezing Köhler naar voren schuift. Dat is inmiddels een beproefde methode geworden om de continuïteit van een bepaalde visie op de kerk te garanderen.

Wat bij de verkiezing van de honderd-plus functies vooral opvalt is het enorme percentage herverkiezingen van zittende bestuurders (de zgn. incumbents). Is het echt zo moeilijk om nieuwe leiders te vinden, die met hun creativiteit en frisse ideeën de kerk een nieuw elan kunnen geven? Of zien we hier een poging om juist geen vernieuwingen te riskeren en alles zoveel mogelijk hetzelfde te laten? Het viel te verwachten dat de enige vrouw in het presidentiële team (Ella Simmons die met pensioen gaat) door een andere vrouw zou worden vervangen (Audrey Anderson). Overigens blijft het natuurlijk uitermate vreemd dat een vrouw die tot een van de vice-voorzitters van de wereldkerk wordt gekozen geen ingezegende predikant behoeft te zijn, terwijl zij geen voorzitter van een plaatselijke conferentie kan worden, omdat de (opnieuw aangescherpte) regels dat niet toelaten. Wie dat begrijpt moet het mij maar eens uitleggen . . .

Mijn belangstelling ging natuurlijk vooral uit naar de verkiezing van het nieuwe leiderschapsteam in de Trans-Europese Divisie, waartoe ook de kerk in Nederland behoort. Dat er een nieuwe voorzitter kwam verbaasde mij niet. Ik ben wel benieuwd om in de komende weken via de kerkelijke tam-tam van ingewijden te horen welke overwegingen daarbij een rol hebben gespeeld. De keuze van Daniel Duda is gerustellend. Hij is iemand van het theologische midden en ik ken hem als iemand die zijn persoonlijke, vaak progressive, mening niet onder stoelen of banken steekt. Bovendien is hij een inspirerende spreker. Maar of het verstandig is om alle drie topbestuurders van de divisie uit de voormalige landen van Oost- en Centraal Europa te halen is voor mij een vraag. Hoewel ik, terwijl ik dit opschrijf, meteen besef dat in het verleden de bestuurders met een West- of Noord-Europese afkomst steeds oververtegenwoordigd waren!

De agenda van de nu bijna afgelopen 61e Generale Conferentie was buitengewoon saai. Helaas waren er wel allerlei signalen dat de huidige conservatieve koers gewaarborgd moet blijven. Het onzalige idee om in lokale gemeenten iemand te laten benoemen voor het promoten van Ellen White zal de huidige polarisatie rond haar persoon alleen maar versterken. Het zal interessant zijn om te zien hoeveel plaatselijke gemeenten hieraan gehoor zullen geven . . . De pogingen van de Damsteegts om het kleine beetje dat in de afgelopen jaren op het punt van de erkenning van vrouwen in de kerk is bereikt, weer terug te draaien, hebben gelukkig schipbreuk geleden.

Dat de meeste commentaren van sympathisanten van Spectrum en Adventist Today negatief zijn zal niemand verbazen. De nieuwgekozen leiders van de kerk kunnen er schouderophalend aan voorbijgaan, want het gaat hierbij immers om een betrekkelijk klein percentage kerkleden die zich so-wie-so al in de marge van de kerk bevinden. Die reactie is echter even onjuist als kortzichtig. Want deze negatieve commentaren weerspiegelen de mening van een steeds groeiend aantal adventisten die bezig zijn af te haken, omdat zij zich niet meer verbonden voelen met wat er op de hogere kerkelijke niveaus gebeurt. De leiders die nu aan een nieuwe termijn beginnen krijgen te maken met een steeds groter segment in de kerk dat geen belangstelling meer heeft voor wat ze doen en zeggen. Dat zou hen moeten verontrusten. Als zij het beleid van de afgelopen jaren simpelweg voortzetten, zullen zij ervaren dat ze steeds irrelevanter worden voor grote aantallen geloofsgenoten.