Daily Archives: Augustus 6, 2019

Het kwaad durven benoemen

Een van de Facebookgroepen die ik tamelijk geregeld volg wordt gevormd door adventistische predikanten (Adventist Professional Ministers). Een paar dagen geleden startte Dr. Nicholas Miller, (een docent aan Andrews University met een achtergrond in theologie en recht),  een discussie over de vraag hoe predikanten op de kansel de morele dilemma’s die momenteel in de Verenigde Staten aan de orde zijn op een profetische manier aan de orde kunnen stellen, zonder dat zij de scheiding tussen kerk en staat geweld aandoen. Wie in de VS immers thema’s als de schrijnende ongelijkheid tussen rijk en arm, de dreiging van toenemende islamitische invloed, rassenhaat en het vluchtelingenvraagstuk aansnijdt (om nog maar te zwijgen van vuurwapenbezit, de LGBTI-issue  en klimaatverandering), komt onvermijdelijk op terreinen die Democraten en Republikeinen sterk verdeeld houden. In veel gevallen heeft een Amerikaanse predikant mensen onder zijn gehoor die grote bewonderaars zijn van Donald Trump, terwijl anderen de huidige president een enorm gevaar vinden voor de toekomst van Amerika en misschien zelfs voor de gehele wereld. Ook de leden van de Adventkerk zijn in de Verenigde Staten op al deze terreinen sterk gepolariseerd. Uit ervaring weet ik zo langzamerhand wel dat ik bij bezoeken aan de VS (en te midden van adventisten) heel voorzichtig moet zijn met kritiek op de president, want die valt lang niet altijd in goede aarde. En tot mijn niet geringe verbazing ontmoet ik zelfs bij vrienden die ik heel erg waardeer een grote weerstand tegen een type ziektenkostenverzekering, die in diverse Europese landen al tientallen jaren op een bevredigende manier voor een dekking zorgt voor alle inwoners.

Maar laat ik allereerst iets zeggen over de scheiding tussen kerk en staat, want al snel hoor je, als er vraagstukken met een politiek aspect aan de orde komen, de opmerking dat staat en politiek volstrekt gescheiden moeten blijven.  Er zijn verschillende manieren waarop de relatie tussen kerk en overheid kan worden geregeld. Belangrijk is dat elk in hun eigen sfeer volwaardig kunnen opereren en dat alle geloofsgemeenschappen in principe dezelfde rechten en plichten hebben. In de VS claimt men vaak dat er een totale scheiding moet zijn tussen kerk en staat, maar als Europeaan vraag ik me dan wel af waarom ik, als ik in de VS naar een kerk ga, altijd een nationale vlag op het podium zie, en verbaas ik mij erover dat de president elke rede van enige betekenis af mag sluiten met ‘God bless America’. En waarom houden Amerikaanse leiders regelmatig ‘prayer breakfasts’ en heeft de Senaat een geestelijk verzorger? En zo zijn er meer voorbeelden te noemen die bij mij vreemd overkomen.  Trouwens, de huidige nauwe contacten tussen de president en sommige evangelische leiders staan toch ook wel haaks op een volledige scheiding tussen kerk en staat. Of zie ik dat helemaal verkeerd?

Maar dat alles even terzijde en terug naar de profetische rol van de predikant op de kansel. Onze studie van het sabbatschoolthema van dit kwartaal herinnert ons aan de profetische rol van alle volgelingen van Christus en dus zeker van de leiders, op alle niveaus en in de eerste plaats op lokaal niveau. Als er sprake is van onrecht en van kwaad moet daar in het licht van het evangelie wat van gezegd worden. Een christen moet protesteren tegen het kwaad in de maatschappij en zal al het mogelijke doen om te helpen dat kwaad te keren.

Dat geldt niet alleen voor de Verenigde Staten. Ook in Nederland zijn er racistische tendensen en ziin rechts-radicale groepen actief die islamofoob en/of homofoob zijn, of soms daarbij ook nog antisemitisch. Ook in Nederland is de welvaart ongelijk verdeeld (niet zo sterk als in de VS, maar toch . . .). Ook in Nederland zijn er—ook onder mensen die trouw naar de kerk gaan—helaas velen die niets van vreemdelingen moeten hebben en het liefst alle hulp aan ontwikkelingslanden zouden stoppen. Hoe moet ik mij opstellen als predikant? Ik zal moeten proberen het evangelie te vertalen naar de concrete situatie van de maatschappij waarin in leef. Ik zal het kwaad moeten benoemen, ook al is het duidelijk dat ik mij daarbij keer tegen bepaalde politieke partijen en opinieleiders. Ik weet dat ik daarbij een deel van de kerkleden tegen de schenen stoot—of ik bepaalde politieke bewegingen of personen nu wel of niet met name noem. Dat kan in extreme gevallen er misschien toe leiden dat sommigen de kerk de rug toekeren of in elk geval niet meer naar mijn preken willen komen luisteren. Toch kan mij dat er niet van weerhouden om de waarden van Gods koninkrijk luid en duidelijk te blijven verkondigen. In een steeds meer gepolariseerde omgeving is dat een enorme uitdaging. Misschien komt er de beschuldiging dat de scheiding tussen kerk en staat geweld wordt aangedaan. Het zij zo. Stil blijven als haat wordt gepredikt en bevolkingsgroepen worden gediscrimineerd, als rijken steeds rijker en armen steeds armer worden en als mensen in de marge grootschalig worden genegeerd, is geen optie als we Gods Woord serieus nemen op het punt van naastenliefde en recht en gerechtigheid. Ik wens mijn collega’s overal, maar met name in de Verenigde Staten, veel moed en wijsheid van boven toe.