Daily Archives: Januari 28, 2020

Het wonder van hoe God met ons spreekt

Ik ben halverwege een interessant boek over het onderwerp van de Drieëenheid. Ik heb de laatste tijd verschillende boeken over dit fundamentele christelijke thema gelezen en het blijft me fascineren. In het boek dat ik nu onderhanden heb kom ik echter een facet tegen dat een veel bredere reikwijdte heeft, namelijk de vraag wat er gebeurt met het bijbels gedachtengoed als de bijbelse tekst vertaald wordt. In dit boek wijst de schrijver erop dat de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament allerlei verwijzingen bevat naar een diversiteit in de Godheid, die opgevat kunnen worden als hints naar het bestaan van God als Drieëenheid. Die hints zijn echter verloren gegaan in de Griekse vertaling van het Oude Testament (de Septuaginta) die in de dagen van Jezus en de apostelen de gangbare bijbelversie was en ook lang daarna veel werd gebruikt.

Iedereen die enige ervaring heeft met maken van vertalingen, weet dat vertalen altijd ook een element van interpretatie bevat. De vertaler begrijpt de tekst op een bepaalde manier en probeert daarvoor dan het zo goed mogelijke equivalent in de andere taal te vinden. Met bijbelvertalingen is dat niet anders. Ook als er voorin een Bijbel staat dat de vertaling gemaakt is vanuit de oorspronkelijke talen (Hebreeuws, Grieks en een paar kleine stukjes Aramees) is dat het geval.

Het is belangrijk dat te beseffen als we de Bijbel lezen. Daarbij moeten we trouwens iets verder teruggaan, tot ver vóór de vertaling werd gemaakt. Tussen het moment dat de Bijbelboeken (over een periode van vele eeuwen) werden geschreven en het moment dat wij onze Nederlandse Bijbel lezen ligt een lang en ingewikkeld proces. Het begint, zo geloven de meeste christenen, bij het moment dat God de schrijvers inspireerde. Hoe dat precies in zijn werk ging weten we in de meeste gevallen niet. Maar mensen hebben van Godswege op de een of andere manier daartoe ‘geïnspireerd’ gebeurtenissen gerapporteerd en gedachten op schrift gesteld. Over wat er daarna precies met die verschillende ‘bronnen’ gebeurde bestaan veel verschillende theorieën. Maar het lijkt wel zeker dat er in de loop van de tijd brokstukken tekst zijn doorgegeven aan anderen, in bepaalde kringen bewaard zijn gebleven, door ‘redacteuren’ zijn bewerkt en uiteindelijk hun huidige vorm hebben gekregen en een rol gingen spelen in het godsdienstig leven van Israël en vervolgens ook van de vroege kerk. Uit de vele geschriften die in omloop waren gekomen werd ten slotte een keuze gemaakt en zo ontstond de bijbelse canon—hoewel er lange tijd discussie bleef over de vraag of sommige geschriften nu al dan niet in de canon thuishoorden.

Aanvankelijk gebruikte de bijbelschrijvers perkament. Van geen van de oorspronkelijke geschriften is het origineel bewaard gebleven. We moeten tevreden zijn met handmatig vervaardigde afschriften van afschriften, van afschriften, enzovoort. Daarbij zijn soms fouten gemaakt, en zijn al dan niet abusievelijk woorden of zinnen weggelaten of ‘ter verduidelijk’ toegevoegd. Er bestaan vele duizenden tekstfragmenten die tot verschillende tekstfamilies behoren. Er zijn ook heel oude vertalingen die soms teruggaan op originele handschriften die wij niet meer bezitten. Het is een wetenschap op zich om al deze handschriften met elkaar te vergelijken en zo dicht mogelijk te komen bij wat de originele tekst moest zijn geweest. Het werk van de geleerden die daarmee bezig zijn geweest heeft geresulteerd in een basis-tekst die uitgangspunt is geworden voor de ‘moderne’ vertalingen van de laatste paar eeuwen. De vertalers ontmoeten daarbij heel wat uitdagingen, want niet alle talen hebben eenzelfde rijkdom aan woordenschat en bepaalde nuances zijn in sommige talen moeilijk weer te geven. Gelukkig zijn in de loop der tijd oudere handschriften van bijbelboeken ontdekt (bijv. de Dode Zeerollen) en onze kennis van de oude talen is toegenomen. Daarom zijn nieuwere vertalingen over het algemeen betrouwbaarder dan bijvoorbeeld de Nederlandse Statenvertaling of de King James Version van de zeventiende eeuw.

Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we over diverse vertalingen van de Bijbel kunnen beschikken, die bovendien zo goedkoop zijn dat ze voor iedereen beschikbaar zijn. (In de Middeleeuwen was dat wel anders en was het bezit van een eigen Bijbel alleen voor heel rijken weggelegd.)

Vaak wordt gezegd dat de Bijbel een uniek boek is omdat het werd geschreven door zo’n veertig personen met totaal verschillende achtergronden, over een periode van zo’n vijftien eeuwen, en toch een eenheid vormt met een consistente boodschap. Ik denk dat het eigenlijke wonder van de Bijbel is dat ik, anno 2020, kan luisteren naar wat God mij te zeggen heeft door te lezen in een boek dat zo’n vreemde, gecompliceerde geschiedenis achter de rug heeft. Dat besef haalt een streep door elke gedachte aan woordelijke inspiratie en door wat tegenwoordig in adventistische kringen vaak wordt aangeduid als ‘plain reading’ (lezen zoals het er staat). Dit doet echter aan de waarde van de Bijbel niets af. Het wonder gebeurt elke keer weer opnieuw als we dat wonderlijke boek, dat zo’n merkwaardige wordingsgeschiedenis heeft doorgemaakt, openen en ervaren dat God tot ons spreekt.