Daily Archives: Juni 13, 2021

Kerk of sekte? Wat is het verschil?

Wat is het verschil tussen een kerk en een sekte? Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Het begrip “sekte” roept bij de meeste mensen nogal negatieve associaties op. Vaak hoor je: Een sekte is een religieuze groep de van bijzaken hoofdzaken maakt. Dat is natuurlijk een nogal subjectieve benadering, want wie kan precies aangeven wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn? Anderen beweren: sekten zijn luizen in de pels van de kerk. Ze worden vooral gekenmerkt door hun kritische houding ten opzichte van de “gevestigde” kerken, zonder zelf iets belangrijks bij te dragen.

De beroemde socioloog Max Weber gaf een definitie die in de loop van de tijd door velen als basis voor andere omschrijvingen is gebruikt. Hij zei dat de kerk een religieuze organisatie is waarbij lidmaatschap vooral door traditie wordt bepaald. Je wordt in de meeste gevallen lid van een kerk door geboorte. Bij een sekte is daarentegen het lidmaatschap een bewuste keuze van de persoon die tot de groep toetreedt. Veel kerkgenootschappen wijzen een dergelijke definitie af, met name de kerken die geen kinderdoop toepassen, maar mensen dopen die daartoe zelf besluiten.

Vaak wordt het woord “sekte” vooral gebruikt voor religieuze groepen die nogal opdringerig zijn in hun wervingsactiviteiten en/of sterk onder invloed staan van een krachtige, charismatische leider (in dat geval spreekt men vaak ook van een “cultus”). Het belangrijkste kenmerk is waarschijnlijk wel dat aanhangers van sekten ervan overtuigd zijn dat zij de enigen zijn die de Waarheid bezitten.

In de praktijd is het niet altijd gemakkelijk precies de scheidslijn tussen kerk en sekte aan te geven. Soms maken religieuze gemeenschappen een ontwikkeling door waarbij sektarische eigenschappen langzaam maar zeker naar de achtergrond verdwijnen en men, als gevolg daarvan, niet langer het etiket “sekte” opgeplakt krijgt. Dat gebeurde in veel gebieden in de wereld met de zevende-dags adventisten. In sommige landen worden adventisten nog steeds in brede kring als sektariërs beschouwd, maar daarentegen zijn er ook steeds meer landen waar het adventisme geleidelijk aan een gerespecteerde, protestantse kerk is geworden.

Afgelopen zaterdag stond er een interview in het Nederlands Dagblad met de Belgische kardinaal Jozef de Kessel die sinds enkele jaren aartsbisschop is van Mechelen-Brussel. De 73-jarige katholieke kerkleider is herstellend van darmkanker, maar zijn persoonlijke situatie heeft hem zijn geestkracht niet ontnomen. Hij komt in het interview naar voren als een optimist en een gelovige realist. Hij erkent dat de katholieke kerk in België kleiner wordt, maar is er vast van overtuigd dat “een bescheidener kerk” meer “trouw kan zijn aan zichzelf” en aan de roeping die zij heeft te midden van de hedendaagse seculiere cultuur.

Wat mij vooral in het interview trof zijn de Kessel’s opmerkingen over sekten en sektarische eigenschappen. Volgens hem kan ook een grote kerk in veel opzichten sektarisch zijn. De bisschop pleit voor een “belijdende kerk”, die gedragen wordt door een binnenste kern van actieve gelovigen . . . Maar de kerk moet open blijven en voorkomen dat zij zich in zichzelf opsluit.”

Het interview sluit af met een uitspraak die ik graag in zijn geheel wil citeren: “Bij een sekte weet je precies wie er binnen en buiten zijn. Bovendien verdraagt een sekte geen dissidentie. Als je het ergens mee oneens bent kun je gaan. Zo kun je dus een meerderheidskerk zijn met sektarische trekken en je kunt een kleinere kerk zijn met een open vizier. Bij een kerkgebouw is het mooi als de deur opstaat. Je komt er binnen. Niemand vraagt je: wat doe je hier, waarom zit je hier, waarom loop je hier rond? Ben je gelovig of niet-gelovig? Het is een kerk die openstaat en ontvangt zonder zich op te dringen.”

Een kleine kerk die open staat. Een kerk die niet alleen maar met zichzelf bezig is, maar die de problematiek en de taal kent van de seculiere wereld om haar heen. Een kerk die ontvangt zonder zich op te dringen. Waar je het met dingen oneens kunt zijn. Waar je welkom bent.

Ja, bij zo’n kerk voel ik me thuis. En daar wil ik mij voor blijven inzetten.