Laotiaans huwelijk

[Vrijdag 21 december] Gewoon samen gaan wonen en daarna een huishouding vormen is wel een stuk simpeler dan een Laotiaanse bruiloft, zoals we die deze week ervaren  De feestelijkheden begonnen met een voorprogramma op woensdag – een bezoek aan het museum waar de politieke geschiedenis van het land breed wordt uitgemeten en een viscompetitie in de visvijvers van de vader van de bruid, met een daarop volgende visbarbecue.  De eigenlijke huwelijksviering begon op donderdagmorgen met een bezoek aan een boeddhistische tempel waarmee de familie van de bruid een nauwe band onderhoudt. Haar voorouders schonken ooit het land waarop de tempel is gebouwd.

De christelijke huwelijksdienst, waarin ik voorging, vond vanmorgen plaats in een zaal van een restaurant, gevolgd door een lunch en later op de dag een gezamenlijke maaltijd.  Morgen volgt een Laotiaanse ritueel, de zgn. Bacci ceremonie—die, naar men ons vertelt, eerder gekenmerkt wordt door folklore dan door religieuze inhoud.  Tenslotte is er dan het feest in de tuin van de familie op zaterdagavond waar op honderden (of zelfs duizend) gasten wordt gerekend. Op zondagmorgen vliegen Aafje en ik weer via Singapore naar Amsterdam.

Voor westerlingen is het allemaal een tamelijk uitbundig geheel. En daarnaast ook tamelijk vermoeiend, gezien de logistieke opgave om steeds de ca. vijftien kilometer te overbruggen tussen de hotels in de stad en de ‘family estate’ net buiten de stad, waar de rijstvelden beginnen en je een ander soort Laos binnengaat. Maar daarom niet minder boeiend. Het herinnert je er ook aan hoe belangrijk het in de meeste culturen is om de overgang is van de ene fase van het leven naar de andere te markeren. Het is ten slotte ook niet niks wat mensen doen als ze besluiten voortaan samen verder te gaan.

Onwillekeurig denk ik aan onze eigen huwelijksdag, op 22 december 1964, nu 48 jaar geleden in Den Haag.  Als arme student (ik) en als middelmatig betaalde kantooremployee (mijn vrouw), met weinig draagkrachtige ouders, was de huwelijksviering en heel bescheiden aangelegenheid.  Ik vermoed dat het budget destijds nauwelijks 500 gulden bedroeg. De huwelijksreis van drie dagen naar Amsterdam lag nog maar nauwelijks binnen de financiele mogelijkheden. Maar de stap die wij toen zetten was er niet minder belangrijk om. We hopen dat er, ook na 48 jaar, nog heel wat goede jaren zullen volgen. Dat de burgemeester van Zeewolde ons over twee jaar geluk komt wensen is daarbij nu niet direct de belangrijkste gedachte. Maar als ik in het plaatselijke krantje lees dat de burgemeester weer op bezoek geweest is bij een ‘gouden’ echtpaar, schiet de gedachte me toch te binnen dat hij al bijna onderweg is naar ons toe.

Op zondagmorgen hopen we dus onze reis naar huis toe weer aan te vangen. Als we geen vertraging oplopen zullen we net voor de Kerst weer thuis zijn. De kerstboom wacht al op ons, want die hebben we voor ons vertrek opgetuigd. Fijn om de kerstdagen weer in Nederland te zijn en van de kerstsfeer te kunnen genieten. Want de plastic kerstboom in de lobby van het hotel, met wat protserige ballen en een paar verdwaalde dennenappels, kan geen echt kerstgevoel teweeg brengen. En in een boeddhistisch land is er niets dat aan de geboorte van het Christuskind herinnert. Gelukkig is dat, bij alle commerciële vervlakking, in ons eigen land nog wel het geval. Ik wil het niet missen.