Zegeningen en kansen

 

Ik heb Anne van der Meiden altijd een bijzonder sympathiek mens gevonden en ik bewonder hem om zijn veelzijdigheid. Zijn afkomst uit de ‘zware’ hoek van gereformeerd Nederland heeft hij verre achter zich gelaten. Hij werd een bekend vrijzinnig-hervormd predikant die o.a. voorging in de trouwdiensten van twee van onze prinsen. Hij schreef boeken over theologische onderwerpen, maar ook over propaganda en communicatie—zijn tweede vakgebied. Daarnaast schreef hij een aantal streekromans en vertaalde hij de Bijbel in het Twents (Biebel in de Twentse Sproake).  En nu is er weer een nieuw boek van de inmiddels 83-jarige emeritus professor/dominee. Geloven op Jaarbasis, heet het. De ondertitel luidt: Een Ongewoon Dagboek.

Deels komt het doordat ik graag boeken van Anne van der Meiden lees, dat ik vandaag bij een bezoek aan een boekwinkel zijn nieuwste boek kocht. Maar misschien is het ook wel mijn belangstelling voor het genre van bijbelse dagboeken.  Ik heb er net zelf een geschreven.  En dus vraag ik me onwillekeurig af: Hoe doen andere schrijvers van bijbelse dagboeken het? En, hoe ga ik het aanpakken, als ik weer aan een nieuw dagboek zou gaan beginnen?  [Ja, ik speel met die gedachte.]

In mijn dagboek Een Kwestie van Kiezen is de focus van de eerste overdenking (1 Januari) op het thema van de mens als de drager van ‘het beeld’ van God. Wat betekent dat? Het is een belangrijke vraag aan het begin van een nieuw jaar.  Van der Meiden pakt het anders aan. Hij is veel filosofischer.  Ik denk dat ik zijn boek met plezier zal lezen. Ik hoef ten slotte niet steeds in mijn eigen dagboek te lezen, want dat ken ik al!  De eerste zin van Van der Meidens stukje van 1 januari intrigeert al meteen. Ik wou dat ik het had bedacht!  Hij typeert de jaarwisseling als volgt: Gisteren je zegeningen tellen, vandaag je kansen.

Daar kan ik wel wat mee. Als ik terugkijk op 2012 zijn er heel wat zegeningen te tellen. Ik ben redelijk gezond gebleven en dat geldt ook voor mijn vrouw. (De immobiliteit als gevolg van een recente meniscus-operatie is weer grotendeels verdwenen.)  En het geldt gelukkig voor onze zoon en zijn gezin en onze dochter. Er is ons dit jaar niemand vanuit onze directe familie- en vriendenkring ontvallen.  We hebben van veel dingen kunnen genieten. Mijn vrouw en ik hebben diverse reizen gemaakt en konden onze creativiteit kwijt in respectievelijk schilderen en schrijven. Ik heb een groot deel van mijn tijd in 2012 in België doorgebracht, of was thuis bezig met ‘Belgische zaken’. Ik heb daar veel voldoening in gevonden.  Ja, er zijn heel veel zegeningen te tellen.

Maar, van der Meiden heeft ook gelijk wat het tellen van de kansen betreft. Het komt erop aan dat we onze kansen zien voor 2013.  Het is heel gemakkelijk om vooral bezorgd te zijn. Want blijft het allemaal wel zo verder gaan?  Of gaat de ouderdom greep op ons krijgen in de vorm van allerlei fysieke ongemakken? En gaan we op de een of andere manier voelen dat er een economische crisis is?  En moet ik er nu serieus aan gaan wennen dat ik minder uitnodigingen zal krijgen om aan evenementen mee te werken en geleidelijk aan aan de kant kom te staan in het kerkelijk wereldje waarin ik ook nu nog een rol kan spelen? Het is allemaal niet te voorspellen.  Maar er zullen kansen zijn! Kansen om iets voor andere mensen te betekenen. Kansen om tot verdere innerlijke verdieping te komen. Misschien ook kansen om nieuwe kennis en nieuwe ervaringen op te doen? Misschien ook kansen om nog nieuwe boeken te schrijven of—wat mijn vrouw betreft—mooie kunst te maken?

Ooit stond er in de oude liedbundel die binnen de Adventkerk in het Nederlandse taalgebied werd gebruikt het lied Grijp toch de kansen door God u gegeven! Toen ik in het begin van de jaren tachtig bij de uitgave van een nieuwe liedbundel (Liedboek voor de Adventkerk) betrokken was, werd besloten de tekst ingrijpend te wijzigen. Maar het is bewaard gebleven (lied 292). Want terecht moedigt het ons aan om de kansen te grijpen die God geeft! Ook in 2013.