‘Genereuze openheid’

 

Ik ben momenteel een boek aan het lezen met de titel Generous Spaciousness[1]. Het is lastig een goede Nederlandse vertaling te vinden en daarom staat boven dit stukje ‘genereuze openheid.’ De Engelse bewoording onderstreept vooral dat er op een ‘genereuze’ manier ruimte moet worden geboden aan anderen. De ondertitel van het boek geeft aan dat het zich vooral richt op de vraag hoe de kerk met homoseksuele christenen dient om te gaan. Ik ben momenteel–tussen de bedrijven door—bezig mij voor te bereiden op een paar lezingen tijdens een door de Kinship-organisatie georganiseerder studiebijeenkomst in maart in Duitsland. Ik wilde, nog dieper dan ik voorheen al had gedaan, studie maken van de theologische en bijbelse aspecten van homoseksualiteit. Een van de boeken die ik bestelde bij Amazon.com was Generous Spaciousness, waarvan vooral de titel me aansprak. Maar ook het lezen ervan stelde me zeker niet teleur.

Het boek is geschreven door Wendy VanderWal-Gritter. Haar naam en het feit dat zij verwijst naar haar achtergrond in de Christian-Reformed Church (een zusterkerk van onze vroegere Gereformeerde Kerk), doet mij vermoeden dat haar familie ergens banden heeft of had met Nederland. Zij studeerde theologie. Toen zij daarmee klaar was vond zij een baan bij de Exodus-organisatie. Deze evangelikale organisatie werd opgericht in 1976 maar ging ter ziele in 2013. De organisatie hield zich vooral bezig met het ‘genezen’ van homoseksuele mensen. Geleidelijk aan kwamen echter veel Exodus-leiders en mensen die in de organisatie actief waren tot de conclusie dat zij verkeerd bezig waren en dat veel van de ‘genezingen’ die men claimde in werkelijkheid geen blijvende verandering van seksuele geaardheid hadden gebracht. De schrijfster van het boek was een van degenen die afstand begonnen te nemen van hun aanvankelijke benadering. Zij begon ook steeds meer vraagtekens te zetten bij haar ‘traditionele’ opvattingen over homoseksualiteit.

Wendy VanderWal heeft voor zichzelf lang niet alle bijbelse en theologische vragen over dit thema opgelost. Maar zij moet nu wel erkennen dat veel van het bijbels materiaal helemaal niet zo duidelijk ‘anti-homo’ is als zij eerst dacht. Toch is zij heel realistisch en verwacht niet dat men het binnen de kerk snel eens zal gaan worden over de kwestie van andere vormen van seksuele geaardheid. Zij vindt dat elke geloofsgemeenschap naar een voortdurende en intensieve dialoog moet streven. Intussen dient de kerk—op alle niveaus—een ‘veilige plaats’ te bieden aan iedereen (ongeacht seksuele geaardheid), die bij haar wil horen en daar de plek heeft gevonden om zijn/haar geloof te beleven. Voor dit idee van ‘veiligheid voor iedereen’ heeft zij de term Generous Spaciousness gekozen. (Zij doet er niet geheimzinnig over dat zij daarbij werd geïnspireerd door de titel van een ander boek, Generous Orthodoxy, waarin de auteur, Brian McLaren, in de woorden van de uitgever Zondervan een oproep doet om te komen tot ‘een radicale op Christus gerichte orthodoxie van geloof en geloofspraktijk in een missionaire genereuze geest.’ Ook dat boek is het lezen meer dan waard.)

Wendy VanderWal roept haar lezers (hoe ze de relevante bijbelteksten ook interpreteren) op om elkaar niet te veroordelen maar te steunen. En dat betreft vooral het support bieden aan mensen met een ‘andere’ seksuele geaardheid. De kerk—en met name de lokale christelijke geloofsgemeenschap—moet een plek zijn van ‘genereuze openheid, die, in de Geest van Christus, ruimte biedt aan allen!

Net als zoveel andere christelijke kerken is de Kerk van de Zevendedags Adventisten verdeeld ten aanzien van het onderwerp homoseksualiteit. Ook de Adventkerk heeft behoefte aan vele meer dialoog, maar ook voor adventisten zal het niet mogelijk zijn in de nabije toekomst tot een consensus te komen. Het zou irreëel zijn dat te verwachten. Maar we kunnen er wel alles aan doen om een sfeer van ‘genereuze openheid’ te bevorderen, waarin veroordeling plaats maakt voor de bereidheid elkaar te steunen en te aanvaarden als ‘broeders en zusters’ in Jezus Christus—ongeacht onze seksuele geaardheid.

Ik kan persoonlijk de waarheid bevestigen van de volgende woorden van de schrijfster van Generous Spaciousness: ‘Na de laatste jaren veel contact te hebben gehad met homoseksuele christenen heb ik de weidsheid van Gods genade op een heel concrete manier kunnen ervaren . . . Dat heeft me geconfronteerd met mijn eigen beperkte blik op God, waarbij ik vaak eerder terughoudendheid in zijn genade verwachtte dan uitbundige aanvaarding’ (blz. 52).

 



[1]  Wendy VanderWal-Gritter, Generous Spaciousness: Rsponding to Gay Christians in the Church (Grand Rapids, MI: Brazos Press, 2014).