Zullen er dinosaurussen zijn op de Nieuwe Aarde?

Zullen er dinosaurussen zijn op de nieuwe aarde? En zullen we daar ook van een kop koffie kunnen genieten? Tot de afgelopen week had ik me die vragen nooit gesteld.

Vorige maand heb ik een tweetal Zoom-presentaties gehouden voor zo’n honderd leden van de Sligo kerk in Washington DC, die gewend zijn om in een speciale sabbatschoolklas allerlei onderwerpen te behandelen zonder dat het traditionele ‘lesboekje’ eraan te pas komt. Momenteel komt deze groep mensen niet fysiek bij elkaar, maar gaat het via Zoom—de digitale techniek die in de afgelopen maanden een fenomenale groei heeft doorgemaakt. Mijn presentaties waren gebaseerd op mijn nieuwste boek IK HEB EEN TOEKOMST-over dood, opstanding en eeuwig leven. Bij de discussie na de tweede presentatie vroeg een van de digitale deelnemers (een studiegenoot op Andrews University van ruim 45 jaar geleden), of ik het boek kende van een zekere Dr. Randy Alcorn dat over het onderwerp Hemel gaat. Hij dacht dat ik het interessant zou vinden en dus bestelde ik het de volgende dag in Engeland via www.bookdepository.com. Het boek arriveerde binnen een week en inmiddels heb ik er hier en daar wat stukken in gelezen.

De schrijver van het boek (dat heb ik intussen wel begrepen) verschilt op een aantal fundamentele punten van de adventistische visie op de dood en het leven hierna. Hij verdedigt bijvoorbeeld de gedachte dat de onsterfelijke ziel van de mens direct na de dood naar de ‘eerste’ hemel gaat, om later—na de lichamelijke opstanding—eeuwig te leven in de definitieve hemel ofwel de nieuwe aarde. Verder wil de schrijver niets weten van mensen die het bestaan van een eeuwige hel ontkennen!

Dat was echter niet de reden waarom mijn oude studievriend mij dit boek aanraadde. Uit mijn lezing begreep hij dat ik heel voorzichtig wilde zijn met het schetsen van een al te concreet beeld van de nieuwe aarde. Inderdaad benadrukte ik dat de bijbelschrijvers alleen maar iets over onze eeuwige bestemming konden zeggen in beelden die in hun tijd en cultuur pasten. Zo wil Jesaja ons wijngaarden laten planten en huizen laten bouwen, terwijl Johannes verwijst naar een stad met muren en poorten zoals hij een stad kende. En als we kijken naar hoe kunstenaars in de loop der eeuwen het eeuwige paradijs hebben uitgebeeld, dan zien we hoe zij ook steevast motieven en beelden gebruikten waarmee zij in hun tijd vertrouwd waren.

Maar Randy Alcorn maakt het in zijn boek heel concreet. Hij benadrukt dat de nieuwe aarde identiek is aan onze huidige aarde, maar dan totaal vernieuwd en volmaakt. Wat we zullen ervaren zijn niet allemaal nieuwe, heel andere, dingen dan dat we nu gewend zijn. het zijn in wezen dezelfde dingen maar dan volmaakt. Hij vindt het een fantastische gedachte om straks in een stad met dikke muren te wonen, zoals Johannes het nieuw Jeruzalem beschrijft. Natuurlijk zijn die muren niet meer nodig, maar ze zijn er om ons te herinneren aan Gods almacht om ons te beschermen. De natuur zal verder niet fundamenteel anders zijn dan wat we nu op deze aarde hebben—afgezien van het feit dat er uiteraard geen natuurrampen meer zullen voorkomen. Bij de watervallen die we daar zullen hebben verdwijnen de huidige Niagara watervallen totaal in het niet.

Ik pluk zomaar een dingen uit de honderden bladzijden die deze auteur besteedt aan zijn beschrijving van onze eeuwige toekomst. Eén vraag trok vooral mijn belangstelling: Zullen we koffie drinken in de eeuwigheid? Dit zijn volgens Dr. Randy Alcorn de feiten: God maakte de koffie. Koffie groeit op de aarde die God voor ons maakte en die de mens moest bewerken. Bij de bomen die God schiep was ook de koffiestruik. Daarvan gold ook dat God die als ‘zeer goed’ bestempelde. Bovendien lezen we in de Bijbel dat alle goede dingen onder dankzegging moeten worden aanvaard. We mogen ervan uitgaan dat onze smaakpupillen op de nieuwe aarde nog beter zullen functioneren dan nu en dat de koffie nog oneindig veel beter zal smaken dan nu al het geval is! Via soortgelijke redeneringen volgt ook de conclusie dat ook onze huisdieren niet zullen ontbreken in ons eeuwig bestaan. En het wordt steeds beter: er is geen enkele reden om te denken dat er geen boeken, in de vorm die we die nu kennen, zullen zijn! En dan vind ik een paar bladzijden verder de verzekering dat er zonder twijfel ook dinosaurussen op de nieuwe aarde zullen zijn. Ze werden immers ooit door God geschapen? Doordat het hier op aarde fout liep zijn allerlei diersoorten uitgestorven, maar het ligt toch voor de hand om te denken dat wat God oorspronkelijk schiep weer ‘in volle glorie’ zal worden herschapen?!

Eigenlijk vind ik het wel amusant om dit soort dingen te lezen, maar ook niet meer dan dat. Ik geloof in eeuwig leven. Ik ga er vanuit dat er sprake is van continuïteit in die zin dat we straks dezelfde mensen zullen zijn. De sterfelijke onvolmaakte persoon die ik nu ben zal straks onsterfelijk en volmaakt worden opgewekt. Hoe ik me dat precies moet voorstellen weet ik niet. Dat kan ik niet weten zolang ik in het hier en nu leef. De voorstelling die dr. Acorn van onze eeuwige bestemming geeft is het speculatieve resultaat van een bedenkelijke manier van bijbellezen, die mijns inziens weinig met echt geloof te maken heeft. Echt geloof zegt: Heer, ik hoor bij u en vertrouw op u. En hoe het allemaal straks wordt: ik zie het wel. Uit de Bijbel krijg ik een paar ideeën mee, maar verder laat ik me graag verrassen.

One thought on “Zullen er dinosaurussen zijn op de Nieuwe Aarde?

  1. Siebe Vink

    Vorig jaar met een paar kleinkinderen naar Naturalis in Leiden geweest en daar het gave skelet van een Tyrannosaurus Rex mogen aanschouwen. Indrukwekkend, ook wel beangstigend dat ooit dit soort dieren zo’n 150 miljoen jaar heer en meester over de aarde waren. Ongeveer 65 miljoen jaar geleden kwam er redelijk abrupt een einde aan die heerschappij, zoals we weten door een meteorietinslag, en kregen de ondergeschoven zoogdieren en – heel veel later – de menselijke soort (de moderne variant is pas 200 duizend jaar jong) de kans zich te ontwikkelen. In ieder geval heeft de mens nooit, in de verste verte niet, samengeleefd met dinosauriërs. Met die monsters om ons heen zouden we het ook waarschijnlijk niet lang gemaakt hebben. Nee, dankzij die meteoriet kan de Homo Sapiens Reinder Bruinsma nu zijn stukjes schrijven en kan ik hem van repliek dienen!
    Ik heb een schoonzus – ze was ooit zevendedagsadventist – die niet gelooft dat dino’s überhaupt bestaan hebben. Op zich misschien wel de beste methode voor fundamentalistische christenen om van het dino-probleem verlost te zijn, want het valt niet mee om die angstaanjagende curiositeiten, waarvan sommige exemplaren met gemak over een drie-verdiepinghuis konden kijken, enigszins geloofwaardig in het scheppingsverhaal (en in de ark van Noach) te prutsen.
    Ik kom op die nieuwe aarde graag een geurig bakkie koffie bij je doen Reinder maar hopelijk zijn we wel eeuwig verlost van die verschrikkelijke monsters!
    Blijf gezond!
    Siebe Vink

Comments are closed.