Wat gaat St. Louis ons brengen?

In 1966 bezocht ik voor de eerste keer een wereldcongres (een zgn. “generale conferentie”) van onze kerk. Ik studeerde toen op Andrews University (Michigan, USA) en reed op sabbat met mijn krakkemikkige Pontiac Tempest de 300 km naar Detroit om daar op sabbat een massale bijeenkomst bij te wonen. In 1975 besloot de Nederlandse Adventkerk dat ik als gast de Generale Conferentie een week lang in Wenen kon bezoeken. Daarna was ik vijf keer, vanwege mijn kerkelijke functie, een officiële afgevaardigde naar een wereldcongres: New Orleans (1985); Indianapolis (1990); Utrecht (1995); Toronto (2000) en St. Louis (2005) en in 2010 was ik in Atlanta op uitnodiging van ons kerkblad Review and Herald om mee te werken een de dagelijkse verslaglegging. Het was steeds een genoegen om bij ons vijfjaarlijkse internationale feest te mogen zijn.

Over veertien dagen vindt het door Covid twee jaar uitgestelde 61e wereldcongres plaats in St. Louis, in de Amerikaanse staat Missouri—-zij het in afgeslankte vorm. Ik zal er niet zijn en eigenlijk vind ik dat ook helemaal niet erg. Eerlijk gezegd verwacht ik niet veel van deze generale conferentie. En als ik er zo met vrienden en anderen in mijn netwerk over communiceer krijg ik het gevoel dat mijn gebrek aan enthousiasme door velen wordt gedeeld. Hoe zou dat komen? Ik denk vooral aan de volgende twee redenen.

In onze postmoderne samenleving (waardoor ook ons adventistisch kerkelijk leven sterk beïnvloed is) is de belangstelling voor de kerk als instituut geleidelijk aan sterk afgenomen. Dat geldt met name voor de rol van de hogere bestuurslagen van de kerk. Vooral in de westerse wereld heeft een groot deel van de kerkleden in toenemende mate het gevoel dat het vooral om de plaatselijke gemeente gaat en wellicht ook nog enigszins om de elementen in de kerkelijke organisatie die daarop een directe invloed hebben (“conferenties” en—-soms—-“unies”). Maar “divisies” en de “generale conferentie” zijn een “ver van mijn bed” -show. Die tendens is, volgens mij, tijdens de Corona-periode duidelijk versterkt. Daarom “leeft” het komende wereldcongres veel minder bij de “gewone” kerkleden dan bij voorgaande congressen het geval was.

Maar er is, denk ik, ook een andere reden waarom de belangstelling voor wat er binnenkort in St. Louis gaat gebeuren heel matig is. Natuurlijk vormen de verkiezingen van de leiders in het kerkelijk hoofdkantoor in Silver Spring en in de regionale kantoren (divisies) een belangrijk onderdeel. Maar vrij algemeen is er de verwachting (of de zorg?) dat er geen grote personele verschuivingen zullen zijn en dat daardoor de koers van de kerk in de komende jaren goeddeels hetzelfde zal blijven. (Ik hoop dat ik op dit punt een slechte profeet ben en dat we met plezierige verrassingen te maken zullen krijgen, maar ik ben op dat punt niet erg optimistisch.)

Afgezien van de verkiezingen is de agenda (die inmiddels voor iedereen is vrijgegeven) buitengewoon saai. Er worden, voor zover ik kan zien, geen grootse nieuwe initiatieven aangekondigd. Maar misschien is dat een reden om dankbaar te zijn. Ik ben blij dat ik in de agenda geen apart punt vind over het onzalige idee om wereldwijd honderden miljoenen exemplaren van de Grote Strijd uit te delen, hoewel ik me wel afvraag wat er schuilgaat onder het cryptische agendapunt no. 123: Three Angels’ Messages Report.

Helaas zijn er ook in het agenda-document aanwijzingen dat de huidige kerkelijke leiders ons nog wel op de valreep van deze bestuursperiode even een zetje in orthodoxe richting willen geven. Traditiegetrouw wordt aan de afgevaardigden gevraagd hun vertrouwen uit te spreken in de Bijbel en in de “geest der profetie.” Waarom dat elke vijf jaar moet gebeuren is mij een raadsel, maar afgezien daarvan is het wel interessant om te zien hoe de bijbehorende documenten soms veranderingen ondergaan.

In 2015 werd de Bijbel beschreven als een “betrouwbaar verslag van Gods daden in de geschiedenis vanaf de schepping tot aan de herschepping”, maar nu wordt dit aanzienlijk aangescherpt: “De Bijbel is betrouwbaar in wat hij beweert. Het verslag van de schepping in zes letterlijke dagen, de val van de mens, een wereldwijde zondvloed om de goddeloosheid te vernietigen en een overblijfsel te behouden, het aardse leven, de dood en de opstanding van Christus, evenals Gods talrijke interventies in de geschiedenis voor de redding van de mens, zijn betrouwbare verslagen van Gods daden in de geschiedenis (Lucas 24:27; Heb 1:1,17 2; 2Pe 1:21). Profetisch gezien wekt de vervulling van voorspelde gebeurtenissen in overeenstemming met profetische tijdsperioden vertrouwen in de Bijbel als een unieke getuige van goddelijke waarheid, anders dan enig ander religieus boek (Jes. 46:9, 10; Dan. 2, 7, 8; Luk. 24:44; 2 Petr. 1:19, 20). (Nadruk door mij toegevoegd).
Kennelijk vindt men het nodig om bij elke gelegenheid duidelijk te maken wat we precies moeten geloven ten aanzien van de inspiratie van de Bijbel en welke interpretatie van de eerste hoofstukken van Genesis “waarheid” is.

De verklaring over de waarde van de “geest der profetie” (lees: van de geschriften van Ellen White) is heel teleurstellend. Met geen woord wordt gerept over de problemen rond de persoon en het werk van Ellen White die de laatste paar decennia door onderzoekers aan de orde zijn gesteld. Wanneer gaat de kerk er serieus werk van maken om daarop te reageren?

Natuurlijk zal ik de beraadslagingen in St. Louis volgen. Want ik hoop en bid, ondanks alles, dat ik tekenen zal zien van een nieuw elan in mijn kerk en van pogingen om wat de kerk zegt en doet meer te laten aansluiten bij de wereld van nu en ook met mijn leven van alledag.

One thought on “Wat gaat St. Louis ons brengen?

  1. willems

    Hi Reinder, wat jammer dat er zo reactionair vanuit de GC wordt
    gedacht en uitgedragen, als dit doorgezet wordt vrees ik dat er weer
    heel wat leden gaan afhaken. Het ziet er inderdaad somber uit maar
    in hoeverre moeten we ons aan menselijke indoctrinatie houden als
    de Geest iets heel anders aangeeft dan doen we dat toch.
    Hopelijk wint de wijsheid maar als ik Amos lees heb ik weinig hoop.
    grz
    Wim

Comments are closed.