Het verleden van het adventisme: niet alles was even mooi

Het stond al een tijdje op mijn lijstje van te lezen boeken, maar ander leeswerk in verband met een lopend schrijfproject had prioriteit. Toen ik vorige week nadacht over welke boeken ik zou inpakken voor onze korte vakantie in Denemarken, besloot ik dat de 733-pagina’s tellende biografie van J.N. Andrews door Gilbert Valentine er één van zou zijn. Ik ben heel erg geïnteresseerd in de geschiedenis van onze kerk en van de Amerikaanse context waarin de Adventbeweging is ontstaan. En ik bewonder Valentine als een knap historicus. Ik vond zijn boek over W.W. Prescott heel erg de moeite waard, maar ik heb vooral genoten van The Prophet and the Presidents en van zijn onlangs heruitgegeven relaas over de gang van zaken rond de literaire erfenis van Ellen G. White. Valentine is een nauwgezette onderzoeker die een verhaal vertelt zoals het is, met alle goede dingen en ook de minder goede dingen die hij tegenkomt.

Terwijl ik de blog van deze week schrijf, heb ik de Andrews-biografie bijna uit, en ik ben in mijn hoge verwachtingen zeker niet teleurgesteld. Het is een fascinerend boek, en hoewel ik denk dat ik tamelijk goed op de hoogte ben van de geschiedenis van het adventisme, kwam ik in elk hoofdstuk dingen tegen die totaal nieuw voor mij waren. Het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van Andrews’ leven – van zijn persoonlijkheid, zijn achtergrond, zijn familierelaties en zijn carrière als predikant, auteur, wetenschapper en missionaris. Maar de toegevoegde waarde ervan is vooral dat het een schat aan achtergrondinformatie geeft over het begin van de Adventgeschiedenis en over de manier waarop de leiders van de kerk – in het bijzonder James en Ellen White, Joseph Bates en Uriah Smith- met elkaar omgingen.

Het blijft een fascinerend en inspirerend verhaal hoe in een paar decennia een kleine onsamenhangende, totaal ontmoedigde groep mensen uitgroeide tot een georganiseerde kerkelijke beweging, met enkele honderden gemeentes verspreid over het noordoosten van de Verenigde Staten (en gaandeweg nog verder). Het is een verhaal dat miljoenen mensen over de hele wereld in hun overtuiging heeft gesterkt dat hun kerk niet zomaar een religieuze organisatie is, maar dat deze een beweging is die door God is geroepen voor een speciale zendingsopdracht in de eindtijd. Valentine vertelt dit verhaal van geloof, toewijding, persoonlijke opoffering, en van gestage groei tegen alle verwachtingen in. Maar hij vertelt ook een ander verhaal dat eveneens gehoord moet worden. De “pioniers” waren geen heiligen die altijd in totale harmonie opereerden en de leerstellige ontwikkeling verliep niet zo soepel als vaak wordt gesuggereerd. Fanatisme en extremisme staken dikwijls hun lelijke kop op. Controverses over organisatorische en andere praktische zaken konden behoorlijk uit de hand lopen. De verhouding tussen de leiders van de ontluikende beweging werd vaak ontsierd door jaloezie, misverstanden en achterdocht. De vraag of de visioenen van Ellen White van goddelijke oorsprong waren bleef voor veel adventisten in de begintijd van de beweging een hete aardappel.

Waarom is het belangrijk dat zowel de positieve als de negatieve elementen van de geschiedenis van onze kerk zorgvuldig worden opgetekend? Het antwoord op die vraag is dat een evenwichtige kijk op onze geschiedenis ons helpt om op een gezonde manier om te gaan met de uitdagingen van het heden. Een grote groep adventisten denkt dat het verleden van onze kerk ons laat zien hoe we met de problemen en ontwikkelingen van het heden moeten omgaan. Wat we geloven en hoe we ons kerk-zijn inrichten moet in alles het voorbeeld van de pioniers weerspiegelen. Dit is wat de verdedigers van het “historische adventisme” geloven. Zij beweren dat we alleen de goede koers kunnen vasthouden als we trouw blijven aan wat de stichters van onze beweging ons hebben nagelaten! Deze manier van denken is gebaseerd op een uiterst geromantiseerde kijk op het verleden, alsof onze kerk van de eerste halve eeuw van haar bestaan een periode van onvervalste broeder- en zusterliefde was, toen allen verenigd waren in hun zoektocht naar de waarheid en zich door de Geest lieten leiden in al hun praktische beslissingen. De realiteit is dat het verleden van het adventisme een mengeling is van veel inspirerende dingen en van veel elementen die maar al te duidelijk de menselijke zwakheden van de leiders en hun volgelingen lieten zien.

Het verleden kan ons inspireren, maar geeft ons ook waarschuwingen en biedt case studies van wat beslist vermeden moet worden. Bovendien verschilt de context waarin het vroege adventisme zich ontwikkelde zo sterk van onze wereld van de eenentwintigste eeuw, dat wat onze vroege leiders zeiden en deden ons geen richting kan geven bij alle huidige uitdagingen. Het “historisch adventisme”, met zijn eenzijdige kijk op het verleden, kan niet ons kompas zijn voor het heden en voor de toekomst. Degenen die dat denken zouden beslist Valentine’s biografie van J.N. Andrews moeten lezen. Maar alle anderen zullen ook heel veel baat hebben bij het lezen van dit boeiende boek.

Digitale “vrijsteden”

Numeri hoofdstuk 35 informeert ons over een interessant aspect van het leven in het oude Israël. God droeg Mozes op om zes “vrijsteden” te stichten, drie aan elke kant van de Jordaan. Een moordenaar liep groot gevaar het slachtoffer van wraak te worden. Maar in deze zes steden konden mensen die per ongeluk iemand hadden gedood, asiel vinden en veilig zijn totdat hun zaak voor de rechter zou komen.

Het instituut van de “vrijstad” heeft andere asielmodellen geïnspireerd. Veel landen hebben de traditie dat een huis van aanbidding kan dienen als “vrijstad,” waar de politiemensen niet naar binnen gaat of, in ieder geval, heel terughoudend optreedt. Daarom hebben immigranten zonder papieren soms asiel gezocht en gekregen in een kerkgebouw. Toen de vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt was, organiseerden sommige Nederlandse kerken permanente erediensten, zodat vluchtelingen die in de kerk asiel hadden gevonden, relatief veilig zouden zijn. De politie zou er immers niet snel toe overgaan om iemand te arresteren tijdens een kerkdienst!

Toen ik nadacht over de mogelijke gevolgen van de Corona-crisis voor de kerk – en voor de Adventkerk in het bijzonder – kwam de gedachte bij mij op dat we op dit moment een soort “vrijstad”-model zien ontstaan. Ik heb het over het groeiende aantal digitale sabbatscholen, waar het programma heel anders is dan dat van de “traditionele” sabbatschool en die vooral “bezocht” worden door kerkleden die zichzelf als “progressief” beschouwen. Ik krijg nu regelmatig informatie over de internet-links waar ik deze “progressieve” sabbatscholen kan vinden – in de Verenigde Staten, maar ook in andere delen van de westerse wereld. Ik ben uitgenodigd om een aantal van deze digitale diensten te bezoeken en heb actief deelgenomen, door middel van presentaties, in drie ervan. En er is verdere active deelname gepland zijn voor de komende maanden. In geen van deze sabbatscholen heb ik de klassieke sabbatschoolboekjes gezien. De leiders van deze digitale groepen, die soms meer dan honderd deelnemers hebben, beslissen over de onderwerpen die worden besproken en zoeken dan mensen die bereid, en in staat, zijn om zo’n onderwerp met een korte uiteenzetting te introduceren.

Voordat de pandemie uitbrak, waren veel van de deelnemers lid van niet-traditionele sabbatschoolklassen, die je kon vinden in verschillende van onze grotere kerken, vooral in de buurt van adventistische instellingen. Maar in deze Corona-tijd blijkt dat deze “alternatieve” digitale groepen ook anderen aantrekken, die zich thuis voelen in een omgeving waar dingen die er echt toe doen, en onderwerpen die gewoonlijk vaak worden vermeden, kunnen worden besproken. De presentatoren hebben vaak een wat liberale achtergrond. In een open sfeer kunnen traditionele standpunten onder de loep worden genomen en kunnen existentiële vragen worden uitgediept langs onorthodoxe paden. Aangezien er de laatste tijd weinig of geen fysieke kerkdiensten zijn, duren deze sabbatschool-sessies meestal veel langer dan de “normale” periode van een uur. In een van deze sabbatscholen, waaraan ik onlangs heb deelgenomen, zei een van de “leden”, toen hem gevraagd werd naar wat hij vond van een terugkeer naar “normale” kerkdiensten: “Eigenlijk is dit mijn kerk geworden.”

Zou het kunnen dat, nu de Corona-crisis aan het afnemen is, er mensen zijn die graag willen dat deze digitale sabbatscholen doorgaan, en kerklid willen zijn in deze digitale omgeving. Zou het kunnen dat er nogal wat mensen zijn die deze digitale sabbatscholen als “vrijsteden” zijn gaan ervaren? Ze hebben zich vaak niet “veilig” gevoeld in de traditionele gemeente waar ze lid zijn, en waar ze hebben ervaren dat hun vragen niet welkom waren. Ze hebben vaak geconcludeerd dat de dingen die in de traditionele sabbatscholen in hun lokale kerk worden besproken en wat ze in preken hebben gehoord, weinig of niets te maken hebben met hun dagelijks leven. De Corona-crisis heeft het mogelijk gemaakt om te ontsnappen aan een benauwde vorm van adventisme, en ze hebben een veilige haven gevonden in een van deze “progressieve” sabbatscholen. Zal dit fenomeen zich wellicht verder verspreiden? Misschien moeten de kerkbestuurders blij zijn dat er plaatsen zijn waar leden, die anders vroeg of laat alle banden met het adventisme zouden verbreken, samen kunnen zijn met gelijkgestemden en dat zij die bijeenkomsten tot hun kerk kunnen maken? (In Nederland zijn al meer dan een decennium twee “vrijstenden”—de “Ark” en de “Herberg”–actief, waar adventisten samenkomen, die merendeels aan de “rand” van de kerk staan, en dit nu als hun kerk beschouwen. Zij opereren met instemming van de Nederlandse kerkelijke leiding.)

Is dit een goede ontwikkeling? Het is zeker niet de ideale situatie. Het fundamentele idee van kerk zijn is dat we allemaal samen kunnen komen en samen kunnen aanbidden, ongeacht onze achtergrond en wie of wat we zijn. De kerk moet, vanuit haar wezen, volledig inclusief zijn. Het moet een plaats zijn waar mensen op verschillende manieren en in hun eigen tempo geestelijk gevoed worden en kunnen groeien. Het moet een plaats van liefde zijn, en ware liefde wordt gekenmerkt door geduld, respect en tolerantie, ook als ideeën en gewoonten behoorlijk veel verschillen.

Dat is het ideaal. Maar helaas wordt onze tijd gekenmerkt door een polarisatie zoals we die nog nooit eerder hebben gezien. Dit is wat we zien in de samenleving, en misschien wel nog nooit zo erg als momenteel in de verkiezingstijd in de Amerikaanse politiek. De verschillen tussen de aanhangers van de twee partijen zijn zo scherp en veroorzaken zoveel haat en geweld, dat een constructieve discussie vrijwel onmogelijk is geworden. We moeten vrezen dat er op te veel plaatsen in de Adventkerk iets dergelijks gebeurt. Er is een steeds groter wordende kloof tussen de verschillende segmenten van de kerk. Aan de ene kant zien we een vastberadenheid om in het verleden te blijven hangen. Populaire (en populistische) sprekers overspoelen de kerk met hun samenzweringsretoriek en hun sensationele dvd’s. Velen vinden dat dit de “good old religion” is die we moeten beschermen. Maar aan de andere kant zien we degenen die nieuwe wegen willen vinden om hun adventisme te beleven en uit te dragen, en die hun adventistische erfenis willen verbinden met de wereld van de eenentwintigste eeuw waarin ze leven. De tragische realiteit is dat de communicatie tussen deze twee “partijen” in de kerk vrijwel onmogelijk is geworden. Met als gevolg dat veel “progressieven” (bij gebrek aan een betere woord) op veel plaatsen de kerk hebben verlaten. Het kan in onze huidige omstandigheden heel nuttig zijn dat er een aantal digitale of fysieke vrijsteden zijn en blijven, waar die mensen, die het gevoel hebben dat de traditionele lokale kerk hen niet genoeg ademruimte biedt, geestelijke veiligheid kunnen ervaren, totdat de polarisatie vermindert, en we het soort inclusieve kerk zijn geworden zoals Christus het bedoeld heeft.

Age

It is early Friday morning in the Netherlands. A few hours ago President Donald Trump was officially elected as a candidate for the Republican party in the presidential elections that will take place on November 3 in the United States. He will, together with Mike Pence, as candidate for the vice-presidency, take on the Democratic Joe Biden, with Kamala Harris as Biden’s “running mate”. It will be extremely exciting andI will follow the battle closely in the coming weeks, and am already looking forward to the first debate between Trump and Biden on September 29th.

One element that plays an important role in this election is age. Again and again, the Republicans insist that Biden is far too old to be president. He is now 77 and he will be 78 (if he wins) when he begins his term as president of the US. Of course, the Republicans have a point. But then honesty demands that they recognize that their Donald also left his youth far behind. He was born on 14 June 1946 and is now 74 years old. If he wins, he will reach the age of 78 years by the end of his second term!

In the United States people look at age in a different way than people do in the Netherlands. We have an official retirement age (currently 66 years and 4 months) and find it normal when people simply retire, or are told to leave their jobs. In the United States the moment people want to stop working is mostly left to their own choice. As a result, many people continue to work well into their seventies, or even considerably longer. (Unfortunately, in “rich America” many people cannot afford to retire earlier).

I can’t deny that I would have liked to continue working for a while, when I had to retire at age 65, and was (I think) mentally and physically able to do so. I would therefore applaud a bit more flexibilityin dealing with the moment when people stop working than we do in the Netherlands. That does not alter the fact that you have to ask yourself whether people at age 78 still should aspire to an incredibly hard job. One would say that among 328 million Americans there must be some suitable younger leaders. By the way, we also have to keep an eye on that aspect when we choose new leaders for the worldwide Adventist Church in 2021. The current president, Ted N.C. Wilson will be 71 when the upcoming church elections take place, and hopefully the question will come up (among a series of other considerations, I hope) whether it is wise to re-elect someone over 70 as the most important leader of the church.

There was a different age issue in the Dutch media last week. Now that the Corona crisis continues and it is feared that a second wave of infections will occur, some are suggesting that the elderly might go into some kind of prolonged light quarantine. After all, they are among the most vulnerable in society, so the argument goes. Young people should be especially careful not to infect grandparents and other older people. If the elderly are willing to withdraw from social life, young people will be able to move and operate more freely. Surely the elderly should be willing to do that for the younger generation.

I can get angry about the fact that the elderly are constantly described as “vulnerable” people. The fact that there was so much mortality in nursing homes was mainly due to how the Corona danger was dealt with in the beginning of the pandemic. Moreover, there are very many elderly people who are vital and much less vulnerable than countless others in other age groups. However, the biggest objection is that we have to do everything we can to prevent a division in society between old and young. A healthy society consists of people of all different ages who can freely interact. Also in the governments and in the boards of organizations (and of the church) there must be a balance between people of different ages.

Whether it is wise to put someone of 78 on the highest post is a reasonable question. But in some cases it might be better to have someone of 78 than of 74.

Mijn boeken – en hoe je ze kunt bestellen

Ik houd van schrijven. Maar van schrijvers wordt tegenwoordig steeds meer verwacht dat zij meehelpen met de marketing van hun boeken. Ik krijg regelmatig vragen van mensen in Nederland en ver daarbuiten welke boeken die ik schreef nog steeds verkrijgbaar zijn en waar ze kunnen worden besteld.
Hieronder volgt een lijstje met de meest recente boeken in het Nederlands en in het Engels, met bestelinformatie (Cursief).

.
NEDERLANDS

Ik Heb een toekomst: Over Dood, Opstanding en Eeuwig Leven
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2019
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Christelijk Denken en Doen: Hoe Geloof je Leven Richting Geeft
Uitgeverij Boekscout en Uitgeverij Boekencentrum, 2019
Bol.com
Boekscout: https://www.boekscout.nl/shop2/
Ook via de boekwinkel te bestellen

Gaan of Blijven: Een Boek voor Adventisten aan de Zijlijn
Flanko Press, UK, 2016
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl
Bol.com

Bijbels Dagboek: 366 Ontmoetingen met God en met Mensen zoals wij
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2015
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Bijbels Dagboek: Een Kwestie van Kiezen
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2012
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Geloofswoorden
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2009
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

Het Avontuur van je Leven: Op Zoek naar God en Jezelf
Kerk van de Zevende-dags Adventisten, 2006
Service Center van de Adventkerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl

ENGELS

I have a future: Christ’s Resurrection and Mine
Stanborough Press, 2019
In USA: Adventist Book Center
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk

Face-to-Face with 365 People from Bible Times
Autumn House Publications Europe, 2018
In USA: Adventist Book Center
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk

In All Humility: Saying “No” to Last Generation Theology
Oak and Acorn, 2018
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl

Facing doubt: A Book for Adventist Believers ‘on the Margins’
Flanko Press, UK, 2016
Amazon.com / Amazon.uk / amazon.nl

It’s Time to Stop Rehearsing What We Believe and start Looking at What Difference It Makes
(reprint)
Pacific Press Publishing Association. 2014
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk
/Amazon

The Body of Christ: A Biblical Understanding of the Church
Review and Herald Publishing Association, 2009
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk / Amazon

Key Words of the Christian Faith
Review and Herald Publishing Association, 2008
In USA: Adventist Book Center / Amazon
In Europe: https://lifesourcebookshop.co.uk / Amazon

Dr. Phil en eenzaamheid

Gisteren zag ik toevallig het grootste deel van een uitzending van Dr. Phil op RTL-5. Dit is niet een kanaal waar ik vaak naar kijk. En Dr. Phil’s show staat ook bepaald niet bovenaan mijn lijst van “favorites.” Een aantal jaren geleden kregen mijn vrouw en ik een rondleiding door de Paramount studio’s in Los Angeles en zagen we onder andere de studio waar het programma van dr. Phil wordt opgenomen. Het is een heel populair programma waarvan sinds 2002 al zo’n 2700 afleveringen zijn geweest. Dr. Phil McGraw (zoals zijn volle naam luidt) werd beroemd vanaf het moment dat hij regelmatig een onderdeel verzorgde in de show van Opra Winfrey. Hij kreeg daarna zijn eigen programma, waarin relationele en leefstijl-problemen centraal staan. Ik blijf er verbaasd over dat mensen bereid zijn om voor de camera, ten aanhore van tientallen miljoenen mensen, hun intiemste problemen door dr. Phil te laten analyseren.

Gisteren zagen we een aflevering waarin een (Amerikaanse) vrouw van (schat ik) ruim 60 de hoofdpersoon was. Zij was, zo begreep ik, weduwe geworden en had vervolgens geprobeerd via een dating-site een vriend te vinden. Zij was op die manier met drie verschillende mannen in aanraking gekomen. Zij genoot van het contact dat zij met deze mannen had gekregen. Zij werd aangesproken met allerlei liefkozende namen, en genoot van de constante verzekeringen dat zij een buitengewoon lieve en bijzondere vrouw is. Maar geen van deze mannen woont in de VS en terwijl deze online “relaties” nu al een paar jaar duren, heeft zij geen van deze mannen ooit in levende lijve ontmoet. Wat deze mannen gemeen hadden was dat zij (naar zij zeiden) van de ene in de andere narigheid rolden en snel hulp nodig hadden om uit hun acute financiële problemen te komen. Hun “schat” in de VS was gevoelig voor dergelijke noodkreten en maakte in totaal in de laatste drie jaar niet minder dan 266.000 dollar over.

Uit het trieste relaas bleek dat het hier niet om een rijke dame gaat. Integendeel. Maar ze had een extra hypotheek op haar huis genomen, kostbaarheden verkocht, leningen aangegaan, enz. Nu, tijdens het programma van dr. Phil kwam ze eindelijk tot het besef dat ze op een geraffineerde wijze was opgelicht. Tijdens het gesprek werd ook duidelijk wat haar zo vatbaar had gemaakt voor de oplichterspraktijken van haar drie vrienden. Dat is in één woord samen te vatten: EENZAAMHEID.

(Dat mensen met bescheiden financiële mogelijkheden het slachtoffer worden van oplichters die op geraffineerde wijze anderen (vaak oudere vrouwen) weten uit te buiten hebben we maar al te vaak ook in de wereld van de religie gezien. Televisiedominees, maar ook leiders van andere zgn. “independent ministries,” zijn er dikwijls meesters in om hun slachtoffers hun laatste beetje spaargeld afhandig te maken.)

Maar, terug naar de mevrouw in het Dr. Phil programma. Eenzaamheid is helaas een geweldig probleem dat veel (vooral, maar niet uitsluitend) oudere mensen wanhopig maakt. De meesten van hen verschijnen niet in praatprogramma’s. Van sommigen vermoeden we het, maar velen houden het zo goed mogelijk verborgen dat ze eenzaam zijn. Tijdens de afgelopen maanden is het voor veel mensen extra zwaar geweest. Nu het sociale leven weer op gang komt, ligt het voor de hand dat we vooral op bezoek willen gaan bij (of bezoek willen ontvangen van familie en vrienden. Maar er zijn helaas te veel mensen die geen familiebezoek kunnen verwachten en geen sociaal netwerk hebben—-kortom mensen die eenzaam zijn. Zouden we niet allemaal kunnen besluiten dat we met regelmaat ook eens iemand opzoeken die niet direct tot onze familie of vriendenkring behoort, maar van wie we weten (of vermoeden) dat hij/zij eenzaam is en zou genieten van een beetje persoonlijke aandacht? Dat moet toch eigenlijk niet te moeilijk zijn . . .