Daily Archives: Juli 16, 2011

Chinezen

Vorige week vierden de Chinezen in Nederland feest. Het was een eeuw geleden dat de eerste Chinezen zich in Nederland vestigden. Nu wonen er zo’n 60.000 Chinezen legaal in ons land. Eerder heb ik wel eens een aantal van ongeveer 100.000 horen noemen, maar het exacte getal doet even niet ter zake. Velen onder hen zijn Nederlander geworden en sommigen spreken uitstekend Nederlands. Maar als groep behoren de Chinezen, om het voorzichtig te zeggen, tot de minder goed geïntegreerde gemeenschappen in ons land. Het is een tamelijk geïsoleerde groep gebleven, met een geheel eigen cultuur.

 

Volgens een in kringen van zendingswetenschappers veel gebruikte definitie van het Griekse woord ‘etnos’, dat gewoonlijk in Nederlandse bijbelvertalingen met het woord ‘natie’ werd vertaald, zouden de Chinese Nederlanders met die term moeten worden aangeduid. Volgens de beroemde Webster’s Dictionary is een ‘ethnos/natie’ een ‘A stable, historically developed community of people with a territory, economic life, distinctive culture, and language in common.’ We kunnen van de Chinezen in Nederland wel zeggen dat ze een stabiele groepering zijn, die zich in de eeuw die nu achter ons ligt, in ons land heeft ontwikkeld tot een gemeenschap met een eigen economische leven en een eigen cultuur, vaak met behoud van de oorspronkelijke taal.

 

Waarom is het belangrijk om dit vast te stellen? Wel, in het evangelie van Matteüs wordt ons verteld dat Christus pas zal terugkeren naar deze aarde als aan alle volkeren (‘naties’) het evangelie is gebracht. En dat kunnen we niet gemakshalve zo interpreteren dat de wederkomst pas plaatsvindt als er een georganiseerde christelijke kerk is ontstaan in elk van de circa 230 landen die er nu officieel in deze wereld zijn. Het betekent dat het goede nieuws van het evangelie gebracht moet worden aan alle naar schatting  15.000 tot 20.000 volkeren/naties die er, volgens de definitie van Webster, zijn. Dus: de taak van de evangelieverkondiging op aarde is pas voltooid als ook de Chinese gemeenschap in Nederland met het evangelie is bereikt.

 

In de loop van de komende week hoop ik weer in Zeewolde terug te keren na een kleine vijf weken op reis te zijn geweest. Ongetwijfeld zal ik dan op korte termijn wel weer eens naar Hoi Sing gaan—een van de drie Chinese horecagelegenheden in ons dorp. Ik denk niet dat ik dan, na de Nasi Rames Speciaal te hebben besteld (de aardige mevrouw die ons bedient weet inmiddels wel dat er geen ‘babi’ in onze rijst mag zitten), een religieus onderwerp zal aansnijden. Maar, ik heb me bij het lezen van het bericht over ‘honderd jaar Chinezen in Nederland’ wel afgevraagd, of mijn kerk ooit heeft nagedacht over de vraag hoe er activiteiten voor deze specifieke groepering kunnen worden ontplooid. Want ze zijn beslist inbegrepen in de oproep om het evangelie aan alle ‘natiën’ te verkondigen.

 

Gelukkig staan we er als adventisten niet alleen voor, als het gaat om het volbrengen van de zendingstaak. We kunnen dankbaar vaststellen dat er talloze organisaties en miljoenen christenen zijn die zich, samen met ons, aan die taak wijden. Dit constatering doet niets af aan de eigen verantwoordelijkheid van onze adventistische geloofsgemeenschap, die een belangrijk eigen accent aan de christelijke boodschap toevoegt. Maar, als het alleen van de adventisten moest komen, zou er weinig hoop zijn dat de mensheid ooit geheel bereikt zou worden. Dagelijks komen er immers weer zoveel mensen op onze aardbol bij dat onze taak alleen maar groter in plaats van kleiner wordt. Hoe Christus zijn woorden precies bedoeld heeft, dat hij niet terugkeert voordat de mensheid geheel is bereikt, weet ik niet. Ik zou heel wat moeilijke vragen kunnen stellen over dit onderwerp waarop ik het antwoord niet weet. Maar, hoe dan ook, de Chinezen in Nederland zijn deel van de opdracht.