Er is ook positief Corona-nieuws

Dit weekend zou ik in Frankfurt am Main zijn voor een paar lezingen tijdens een bijeenkomst van de AWA (Adventistische Wissenschaftlicher Arbeitskreis). In het kader van de Corona-crisis is dit evenement, zoals kon worden verwacht, geannuleerd—net als een reeks van andere activiteiten die voor de komende zes tot acht weken in mijn agenda stonden. Het is niet anders. En misschien kunnen sommige van deze evenementen later nog plaatsvinden. Maar, om eerlijk te zijn, ik heb er af en toe wel grondig de pest in dat veel voorbereidend werk nu voorlopig voor niets blijkt te zijn geweest! Maar, vergeleken met de narigheid en tegenslag die anderen momenteel ondervinden, heb ik natuurlijk weinig recht van spreken en moet ik vooral dankbaar zijn dat ik gezond en wel achter mijn bureau deze blog kan schrijven.

Naast al het negatieve Corona-nieuws zijn er gelukkig ook veel goede dingen te melden. Er zijn in veel landen mannen en vrouwen in de politiek en allerlei sectoren van de maatschappij die echt leiderschap tonen. De Nederlandse minister-president en de ministers die zich met aspecten van de crisis bezighouden, en ook de mensen in onderwijs en zorg, verdienen onze grootste bewondering.

Maar er zijn ook veel kleinere dingen die de thesis van Rutger Bregman bevestigen dat ‘de meeste mensen deugen’ (zie zijn vorig jaar verschenen boek met de gelijknamige titel). Het is fijn dat mensen anderen bellen en even willen weten of alles goed met hen gaat of misschien hulp nodig hebben. Binnen de kleine adventistische kerkgemeente in Harderwijk, waartoe ook de kerkleden die in Zeewolde wonen horen, werd er de afgelopen weken heel wat naar ouderen gebeld en bleef men via diverse aps steeds met elkaar in contact. Een paar dagen geleden werd er bij ons aangebeld. De secretaris van bewonersvereniging van ons 32 appartementen tellende gebouw, met meest oudere bewoners, kwam een fruitpakket brengen en en passant even informeren of we het goed maken. Onze zoon drukte mij en mijn vrouw de afgelopen week meerdere keren vanuit Zweden (waar hij woont) op het hart om heel voorzichtig te zijn, want zei hij: ‘Jullie behoren bij de meest kwetsbare groep!’ Ook onze dochter maakte zich zorgen om ons. En ook al is er tot op heden niets met ons aan de hand, toch doet die zorgzaamheid ons goed.

Het is ook fantastisch om te zien hoeveel goede initiatieven er overal worden gestart om elkaar te helpen. En ook om te zien hoeveel creativiteit er is om kinderen die nu niet naar school kunnen toch van onderwijs te voorzien en hoe er op allerlei manieren heel creatief wordt gewerkt om de capaciteit van de gezondheidszorg uit te breiden. En ook hoe de horeca nieuwe wegen vindt om ondanks alle tegenwind overeind te blijven.
Als iemand die altijd heel nauw bij het kerkelijk leven betrokken is geweest (en nog is), vraag ik mij wel af welke impact de Corona-maatregelen zullen hebben op de kerk—zowel op de korte als op de langere termijn. Wat doet het met mensen die altijd op hun wekelijkse kerkgang steunden als zij, misschien geruime tijd, geen kerkdienst kunnen bijwonen? Zullen er veel mensen zijn die, als de crisis voorbij is, niet langer de behoefte voelen om fysiek naar de kerk te gaan? Zullen veel mensen zo wennen aan de virtuele kerkgang dat zij daarbij blijven?

Ongetwijfeld heeft de crisis ook een grote impact op de kerkelijke financiën, zowel plaatselijk als op regionaal en landelijk vlak. Blijven de leden trouw in hun geefpatroon? En komt er wellicht een recessie, met veel werkloosheid, die resulteert in fors mindere inkomsten voor de kerk? Hopelijk realiseert men zich dat ook in tijden van crisis de kosten die een kerk heeft gewoon doorgaan. Intussen heel wat gespaard doordat men noodgedwongen de digitale techniek inschakelt om te vergaderen, zonder zich naar een bepaalde locatie te begeven. Wellicht wordt dat in de toekomst de norm in plaats van een door de crisis gedicteerde uitzondering.

Op donderdag 19 maart viel het besluit dat het wereldcongres van de Adventkerk, dat gepland was voor begin juli in de Amerikaanse stad Indianapolis, wordt uitgesteld tot volgend jaar mei en dat dit congres dan een sterk afgeslankte vorm zal krijgen. Het goede nieuws daarbij is dat er nu ook verregaande plannen worden gesmeed om in de toekomst de wereldcongressen een veel soberder karakter te geven. Dat is goed nieuws. Het vijfjaarlijks congres was geleidelijk aan uitgegroeid tot een enorm circus, waarvan niemand nog kon overzien hoeveel het eigenlijk kost. Weliswaar heeft de organisatie een budget, maar daarnaast worden ook overal ter wereld enorme kosten gemaakt om aan het congres deel te kunnen nemen.

Het is een teleurstelling voor velen dat de veranderingen in de richting waarin de kerk zich beweegt nu nog een jaar langer op zich laten wachten. De kerk zal het in elk geval nog een jaar lang met de huidige leiders moeten doen. Maar wie weet: misschien versterkt de interim-periode, tijdens deze wereldwijde crisis, het gevoel ontstaan dat er verandering moet komen om de kerk ook in de post-Corona crisis relevant te doen zijn.

Het Corona virus

Het kan haast niet anders of deze blog moet over het Corona-virus gaan. In alle media gaat het er voortdurend over. Wereldwijd zijn er nu meer dan 120.000 mensen die als ‘besmet’ staan geregistreerd. In China lijkt het, als wij de Chinezen tenminste op hun woord kunnen geloven, de goede kant op te gaan, maar in Italië is het dieptepunt nog niet bereikt. In Nederland staat (op donderdag 12 maart) de teller van besmette personen op ruim 600, maar de autoriteiten tekenen daarbij aan dat het precieze aantal onbekend is en veel hoger ligt. Wereldwijd is het officiële aantal doden als gevolg van Corona nu ruim 4.000.

Het Corona-virus, of COVID-19, zoals het virus officieel heet, is van een epidemie nu opgeschaald naar een pandemie. Wereldwijd maken medische instellingen voorbereidingen voor allerlei doemscenario’s. Terwijl medici en andere wetenschappers aan de politici vertellen hoe zij verdere verbreiding kunnen indammen en tegelijkertijd naarstig op zoek zijn naar een vaccin, maken Donald Trump en andere wereldleiders zich vooral zorgen over de beurskoersen en de kans dat er een recessie aankomt. Het leven op een groot deel van onze planeet wordt intussen behoorlijk in de war gestuurd. Vanaf morgen is het vliegverkeer tussen Europa en de VS grotendeels verboden. Veel bedrijven liggen stil omdat er geen in China gemaakte onderdelen worden geleverd; vliegtuigen met een handjevol passagiers maken spookvluchten, congressen worden gecancelled en het toeristenwezen voorziet een rampjaar.

Persoonlijk heb ik tot vandaag nog weinig problemen ondervinden als gevolg van Corona. Ik weet dat er in mijn woonplaats iemand geïnfecteerd na uit Noord-Italië te zijn teruggekomen, maar naam en adres van de betrokkene worden (uiteraard) zorgvuldig geheim gehouden. Maar wij gaan nu zelf ook door de virusverspreiding worden geraakt. Mijn vrouw en ik waren van plan om komende zondag, samen met Franse vrienden, naar een concert in het Concertgebouw te gaan en zojuist heb ik gehoord dat dit concert is afgeblazen. Over ongeveer tien dagen heb ik een paar lezingen in Frankfurt. Of die bijeenkomst doorgaat is hoogst onzeker geworden.

Als in Nederland ook Italiaanse toestanden mochten ontstaan, dan kan dat mijn programma in de komende weken en maanden lelijk in de war schoppen. Maar dat is natuurlijk een onbetekenend aspect in het grote geheel der dingen!

Allerlei grote evenementen lopen gevaar. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Europese Songfestival. Ik zal er niet wakker om liggen als dat niet doorgaat. Misschien moeten de Olympische Spelen in Japan worden uitgesteld. Die gedachte moet een nachtmerrie zijn voor de Japanse organisatoren. De leiding van de wereldwijde Adventkerk heeft laten weten dat vooralsnog het wereldcongres in juli in de Amerikaanse stad Indianapolis gewoon doorgaat. Maar er wordt intussen ook rekening gehouden met andere scenario’s. Zou dat kunnen betekenen dat het congres een jaartje moet worden uitgesteld? En wil dat zeggen dat de hoop van velen op veranderingen in de kerk in elk geval niet dit jaar verwezenlijkt zal worden.

Menigeen zal zich de woorden van Jezus herinneren dat er, voordat Hij terugkomt, sprake zal zijn van allerlei rampen. Het zijn de zogenaamde ‘tekenen des tijds’. Is het Corona-pandemie een ‘teken des tijds’? Dat mogen we wel zo zien, maar we moeten dat dan wel plaatsen in het bredere bijbelse perspectief. Volgens het Nieuwe Testament is de tijd van het einde de periode tussen de eerste en de tweede komst van Christus. En gedurende deze periode zijn er voortdurend signalen dat deze wereld op zijn einde loopt, en wacht op de bevrijding door Christus. In elk geval laat de huidige Corona-situatie heel helder zien hoe alles in onze wereld met elkaar samenhangt en dat er heel plotseling iets kan gebeuren dat wereldwijde repercussies heeft, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn.

Naar de onmiddellijke toekomst kijkend: Ik sta op het rooster om a.s. zaterdag in de Adventgemeente Amsterdam-Zuid te preken, maar heb zojuist gehoord dat de dienst geen doorgang zal vinden. Ook een paar andere afspraken voor de rest van de maand zijn inmiddels gecancelled. Het ziet ernaar uit dat er de komende weken extra tijd zal zijn om aan een nieuw boek te schrijven. Zo heeft elk nadeel zijn voordeel, zoals de beroemde Nederlandse wijsgeer Johan Cruyff ooit zei.

Schrijvers en hun boeken

Een ontmoeting met auteurs heeft meestal als bijkomend voordeel dat je een gratis exemplaar van hun nieuwste boek krijgt. Onlangs heb ik twee weken in Zuid-Californië doorgebracht voor een aantal spreekbeurten (en in verband met het ontvangen van de Charles Elliott Weniger Award of Excellence). Dit gaf me tevens de gelegenheid om vrienden en enkele collega’s te ontmoeten die ik zeer bewonder. Onder hen zijn bijvoorbeeld Richard Rice, David Larson en Zack Plantak, die allemaal lesgeven aan de School of Religion van de Loma Linda University. In hun vakgebied zijn het zonder uitzondering eminente wetenschappers en begaafde docenten. Niet ver van Loma Linda University is nog een andere adventistische universiteit: La Sierra University. In de buurt van de campus komt elke donderdagochtend een clubje adventistische theologen samen. Ze noemen hun informele bijeenkomst: The Dead Prophet Society. Ik had het genoegen hen te ontmoeten op hun gebruikelijke vergaderlocatie: Starbucks.

Een van de aanwezigen was Fritz Guy. Hoewel hij zich in de leeftijdscategorie van de ‘sterken’ (Psalm 90) bevindt, is zijn geest nog steeds haarscherp. Als er een lijst zou bestaan van de tien meest invloedrijke adventistische theologen, zou hij er zeker bij zijn. Hij is misschien wel het bekendst om zijn boek Thinking Theologically: Adventist Christianity and the Interpretation of Faith (Andrews University Press, 1999). Het was een geloofs-versterkend genoegen om het te lezen – nu al vele jaren geleden. Onlangs heeft Fritz Guy samen met Dr. Brian Bull (een patholoog aan de Loma Linda Universiteit) een serie van drie boeken geschreven over een onderwerp dat voor veel adventistische gelovigen heel belangrijk blijft, namelijk: Hoe lees je het boek Genesis, in het bijzonder de hoofdstukken 1-11. Fritz gaf me een exemplaar van het derde boek van de serie, dat onlangs van de pers kwam. Het is uitgegeven door Adventist Forum, de organisatie die o.a. Het tijdschrift Spectrum uitgeeft.

Thuisgekomen stond dit boek, getiteld God, Genesis & Good News, bovenaan mijn leeslijst. Het bleek een van die boeken te zijn die de conclusie bevestigen waartoe je al min of meer was gekomen, maar die dat zo verwoorden dat je een veel stevigere greep op de materie krijgt. Brian Bull en Fritz Guy gingen op zoek naar een nieuwe vertaling van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst, die zij de Original Hearers Version (OHV) noemen. Ze vertellen de lezers van hun boek dat ze het Genesis-verslag alleen goed kunnen begrijpen, als ze achterhalen hoe de oorspronkelijke hoorder het begreep. Het boek Genesis mag niet gebruikt worden om antwoorden te vinden op moderne wetenschappelijke vragen. Het is theologie en geen wetenschap, of proto-wetenschap. Het gaat over God en zijn werken, zoals de eerste hoorders dat begrepen, enkele duizenden jaren geleden. Als je het zo leest, hoef je niet meer te proberen om de bijbelse verhalen te verzoenen met de huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek. Ik heb zojuist de twee vorige delen van deze trilogie besteld en kijk ernaar uit om deze ook te lezen.

Ronald Graybill was ook aanwezig op de Starbucks-bijeenkomst. Hij is een bekwaam historicus. Dertien jaar van zijn werkzame leven heeft hij doorgebracht als belangrijk staflid van de E.G. White Estate, het kantoor dat zich bezighoudt met het literaire erfgoed van Ellen White. Hij gaf me een exemplaar van zijn boek dat ook onlangs verscheen: Visions and Revisions: A Textual History of Ellen G. White’s Writings (uitgegeven door Oak and Acorn, 2019). Ik las Graybill’s boek toen ik nog in de VS was. Graybill geeft een fascinerende beschrijving van het proces dat begint met het handgeschreven manuscript en eindigt met een gedrukt exemplaar van Ellen White’s boodschap. Het ontcijferen van de originele documenten is vaak veel uitdagender dan de meeste mensen weten en de rol van haar man James en van veel assistenten in de verdere verwerking van wat Ellen White schreef was, is in de meeste gevallen veel omvangrijker dan de meeste huidige lezers weten. Bonnie Dwyer, de redacteur van Spectrum, die toevallig (net als ik) een eenmalige gast was bij de Starbucks-bijeenkomst, vroeg me om een recensie van het boek te schrijven voor Spectrum. Ik ging daar graag mee akkoord. De review staat nu op de Spectrum website. Zie: https://spectrummagazine.org/2020/visions-and-revisions-textual-history-ellen-g-whites-writings-book-review

De dood en het leven hierna

Mijn blog staat al jarenlang aangekondigd als ‘bijna wekelijks.’ Voor zover ik mij kan herinneren heb ik in al de jaren dat ik nu een blog schrijf niet een keer een week overgeslagen. Maar vorige week is dat dus wel gebeurd. Met mijn vrouw was ik in de Verenigde Staten. Ik kreeg daar, zoals in een eerdere blog vermeld, een onderscheiding voor mijn kerkelijk werk. Verder had ik er afspraken voor een paar lezingen en preken en hadden we weer eens de kans een aantal goede vrienden die in de omgeving van de Loma Linda Universiteit wonen te bezoeken. We besloten echter onze reis voortijdig af te breken toen bleek dat de gezondheidstoestand van de zus van mijn vrouw kritiek werd. Drie dagen na onze terugkeer overleed zij.

Een overlijden in je directe omgeving—-van een familielid of goede vriend—-bepaalt je weer eens extra bij de broosheid van het bestaan. En regelmatig ziekenhuisbezoek, zoals voor mij en mijn vrouw gedurende een aantal weken het geval was, heeft een soortgelijke uitwerking. Je ziet er te veel blijken van fysieke afbraak en narigheid! Maar ook vanuit je kring van familie, (oud)collega’s, vrienden, buren en andere bekenden komen ontstellend vaak berichten over tia’s, infarcten, bypasses, kunstheupen en kanker-diagnoses. Je gaat je soms bijna schuldig voelen als je tot dusverre alleen maar wat last van te hoge bloeddruk en of een verhoogde suikerspiegel hebt. Bij dat alles is het zaak om jezelf er ook steeds aan te herinneren dat er gelukkig ook veel gezonde mensen zijn en dat er nog steeds massa’s mensen zijn die haast probleemloos over de drempel van de negentig heenstappen. Volgens recente gegevens zijn er nu zelfs meer dan 2100 honderdjarigen in Nederland!

Toevallig (ja, ik denk wel dat dit toevallig is) komt ook juist deze week de Nederlandse versie van mijn boek over dood, opstanding en eeuwig leven van de pers. Het is gebaseerd op het onlangs in het Engels verschenen I HAVE A FUTURE: CHRIST’S RESURRECTION AND MINE. De Nederlandse titel is: IK HEB EEN TOEKOMST: over dood, opstanding en eeuwig leven. Het boek is uitgegeven door de Nederlandse Adventkerk en kan besteld worden via het service centrum van de kerk: https://www.servicecentrum-adventist.nl/a-59051024/welkom/ik-heb-een-toekomst/ De prijs is € 12,95.

Het is aan anderen om een oordeel te vellen over de inhoud van het boek. Voor mijzelf was het schrijven ervan een intense, maar fijne, ervaring. Het hielp mij om op een gestructureerde manier de problematiek rond dood en opstanding te doordenken. Geloof ik echt dat er leven is na de dood? Is er voldoende grond om daaraan vast te houden? Is het evangelieverhaal van Jezus’ opstanding echt geloofwaardig? En als er eeuwig leven is, hoe ziet dat er dan uit? Ik heb niet op al mijn vragen een definitief antwoord gevonden, maar het was een heel opbouwend proces. Ik heb de indruk dat dit boek tot het beste behoort wat ik tot dusverre heb geschreven. Maar misschien zullen sommige lezers daar anders over denken. Ik ben benieuwd. In ieder geval hoop ik dat mijn bespiegelingen tenminste een aantal mensen zullen helpen om ook antwoorden te vinden op hun vragen rond leven en dood.

Dan nog even dit: In veel boeken van adventistische bodem wordt heel frequent geciteerd uit het werk van de bekendste adventistische auteur, Ellen G. White. Dat heb ik bewust niet gedaan. Mijn argumentatie is gebaseerd op de Bijbel en ik heb in mijn woordgebruik en algehele aanpak er heel bewust naar gestreefd dat ook lezers met een niet-adventistische achtergrond zich aangesproken zullen voelen. Of me dat is gelukt zal ook moeten blijken. Eventuele reacties van lezers zijn welkom!

De Charles Elliott Weniger stichting

Niemand kan verbaasder zijn dan ik was toen ik afgelopen juli een bericht ontving van dr. Bernard Taylor, de voorzitter van de Charles Elliott Weniger Society for Excellence, dat ik dit keer een van de vier personen ben die door het bestuur van deze stichting was gekozen om de Charles Elliott Weniger Award of Excellence te ontvangen.

Dit was wat hij mij bij wijze van uitleg schreef: Als hoofd van de theologisch faculteit, professor Engels, en begaafd spreker, beïnvloedde Charles Elliott Weniger een generatie van predikanten door zijn colleges in homiletiek aan de adventistische Andrews Universiteit in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Zijn studenten herinnerden hem vanwege zijn kwaliteit en zijn vriendelijkheid–die twee aspecten blijken een inspirerende combinatie te zijn. In 1974, tien jaar na de dood van Dr. Weniger, richtten drie van zijn vrienden de stichting op om zijn nagedachtenis en de kwaliteiten van uitmuntendheid die in zijn leven voorop stonden te eren. Door middel van de jaarlijkse onderscheidingen probeert de stichting adventisten te eren die met vergelijkbare belangrijke karaktereigenschappen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan hun kerk en de wijdere gemeenschap.

Dr. Taylor informeerde mij dat de onderscheidingen voor 2020 zullen worden uitgereikt tijdens een ceremonie in Loma Linda op 15 februari. Naast mijzelf worden de volgenden drie personen geëerd: Dr. Andrea T. Luxton, president van Andrews University, Dr. Richard T. Hart, president van Loma Linda University en Dr. A Danoune Diop, hoofd van de afdeling publieke zaken en godsdienstvrijheid van de Adventistische wereldkerk.

De onderscheidingen worden nu al zo’n 45 jaar uitgereikt en vele leiders en academici in de kerk zijn vereerd met deze ‘award of excellence’. Onder hen zijn vooraanstaande mannen en vrouwen als Jan Paulsen, Bert B. Beach, Nils-Erik Andreasen, Ella Simmons, Lyn Behrens, Roy Branson, William Johnsson, Richard Rice en Fritz Guy – om slechts enkelen van hen te noemen.

De ceremonie op 15 februari begint om 16.30 uur en vindt plaats in de Loma Linda Universiteitskerk. Het zal worden gestreamd via de LLBN (Loma Linda Broadcasting Network). Voor geïnteresseerden is de link: https://www.llbn.tv/home. Let op: 16.30 uur is de lokale tijd in Californië, dat is 1.30 uur (volgende dag) Nederlandse tijd en 2.30 uur (volgende dag) Engelse tijd.