Daily Archives: Oktober 1, 2008

Numeri

Ik denk dat de leiders van de PKN (Protestantse Kerk Nederland) zo langzamerhand allergisch zijn voor het woord Numeri. Voor hen verwijst “Numeri” niet in eerste instantie naar het vierde boek van de Bijbel, maar naar een computerprogramma dat ervoor zou zorgen dat de kerk over een pico-bello nationale ledenregistratie zou kunnen gaan beschikken. Het pakte anders uit. Nadat bijna vijf miljoen euro euro in het project is geïnvesteerd is het nu afgeblazen. Het wordt als definitief mislukt beschouwd en er wordt nu gewerkt aan een andere opzet.

Ik kan me voorstellen hoe beroerd de leiding van een kerk zich moet voelen nu ze aan hun achterban moeten gaan uitleggen wat er (niet?) is gebeurd. Het schokt het vertrouwen van veel leden in de competentie van hun leiders en kan gemakkelijk hun toekomstig geefgedrag negatief beïnvloeden.

Maar het is een realiteit dat ook op kerkelijk erf soms ernstige fouten worden gemaakt. Soms kan je rechtstreeks aanwijzen wie daarvoor verantwoordelijk is of zijn. Soms ligt dat minder helder, zoals naar verluidt bij het Numeri-debacle het geval is, en kan je alleen maar diep ademhalen en opnieuw beginnen met het ervaringsgegeven dat waar gewerkt wordt fouten worden gemaakt.

Ik ben er van overtuigd dat een goede ledenregistratie belangrijk is. Je moet weten wie je leden zijn, waar ze wonen, welke demografische trends er zijn, enzovoort. Dat geldt ook voor de Adventkerk—in Nederland en wereldwijd. Dat het haast onmogelijk is een geheel sluitend systeem te maken en te hanteren is ook een onloochenbaar feit. Mensen trekken steeds vaker heen en weer tussen gemeenten, blijven lid in een ander land of verzuimen door te geven dat ze zijn vertrokken. En daarbij zijn er natuurlijk altijd nog heel wat leden die aan de rand van de kerk zijn terechtgekomen of daaroverheen zijn gestapt of gevallen. Het blijft een van de lastigste opgaven van de algemeen secretaris van de unie de landelijke registratie up-to-date te houden.

Ook wereldwijd is het een gigantische klus de statistieken redelijk betrouwbaar te houden. In sommige landen is er een enorme onder-rapportage. Dat wil zeggen: er zijn veel meer leden dan de statistieken aangeven. Volkstellingen (waar die nog worden gehouden) geven verder bijna altijd aan dat er meer mensen zijn die opgeven dat ze adventist zijn dan dat er in de kerkelijke boeken vermeld staan. Aan de andere kant zijn er ook gebieden waar het bijhouden van de kerkelijke statistieken er uitsluitend uit bestaat dat nieuwe dopelingen bij de ledenaantallen worden opgeteld. Maar je zou uit de rapportage ook kunnen opmaken dat er nooit iemand is die de kerk weer verlaat en dat je, als je daar eenmaal gedoopt bent, ook al hier op aarde onsterfelijk bent geworden. In de laatste jaren is er dan ook in een aantal regio’s een flinke neerwaartse correctie uitgevoerd. Functionarissen die dat doen maken zich meestal niet populair, want de kerkelijke cultuur wordt vaak eerder gekenmerkt door een hang naar succesverhalen dan een realistische weergave van tegenslag. Toen ik, in de tijd dat ik secretaris was van de Trans-Europese Divisie, het initiatief nam het ledental in Pakistan te “schonen” (van ongeveer 15.000 naar 8.000) werd me dat niet door iedereen in dank afgenomen. Toch hanteerde ik om aan die 8.000 te komen een uiterst soepele norm: er moest aanleiding zijn te veronderstellen dat de betrokkenen in leven waren! Dat lijkt me toch geen onredelijke eis.

Ledenstatistieken vertellen in veel gevallen een verhaal van een gestage groei die (mits de gegevens redelijk betrouwbaar zijn) inspireert. Bij een neerwaartse trend is er natuurlijk teleurstelling en zorg. Maar aantallen op zich zeggen niet alles. Dat geldt voor andere andere kerken zowel als de onze. De PKN heeft nu veel minder leden dan de drie kerken die daarin zijn samengebundeld in een nog tamelijk recent verleden hadden. Maar er zijn veel tekenen die erop wijzen dat er zowel aan de top als aan de basis veel gebeurt en dat er hoopvolle signalen zijn van een nieuw elan. Ook in onze eigen kerk—in ons landje en elders—moet de aandacht niet uitsluitend geconcentreerd zijn op de vraag of onze bescheiden versie van Numeri naar tevredenheid werkt. De vraag is niet alleen hoeveel mensen lid zijn van de kerk, maar vooral hoevelen van hen actief zijn in hun lidmaatschap. Groei mag niet alleen worden afgemeten aan de hand van cijfers. Groei zit vooral ook aan de binnenkant. De slogan: Groeien in de breedte en in de diepte blijft daarom actueel. Laten de kerkelijke rekenmeesters vooral hun best blijven doen om ons (de leden van de kerk) te tellen, maar laten wij ons vooral afvragen of we het echt waard zijn erbij geteld te worden.