Daily Archives: Augustus 29, 2010

Detectives

 

Zweden heeft tegenwoordig een bloeiende detective-traditie.  De boeken en tv-series met Wallander in de hoofdrol zijn internationaal een enorm succes en de trilogie van de helaas al overleden schrijver Stieg Larson met zijn  buitengewoon ingenieuze en spannende plot, haalt record oplagen in heel veel talen. Maar daarnaast zijn er ook andere Zweedse thriller-schrijvers  die de moeite van het lezen waard zijn. Heel wat titels beginnen ook in Nederland te verschijnen, vooral bij Uitgeverij de Geus.  Zo is o.a. ook de talentvolle Camille Läckberg in ons land aan het doorbreken. Mijn vrouw en ik zullen morgen de terugreis vanuit Zweden aanvangen met uiteraard een aantal nieuwe Zweedse politieromans (“deckare” is de Zweedse aanduiding) in onze bagage. Het levert niet alleen flink wat uurtjes ontspanningslectuur in de komende maanden, maar het is ook goed voor onze kennis van de Zweedse taal, waarin we geleidelijk behoorlijk bedreven raken.

 

Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik een liefhebber ben van goede spionageverhalen en detectiveromans. Het is bepaald niet het enige wat ik lees, maar ik heb altijd theologische vakliteratuur en boeken met een meditatief en spiritueel karakter afgewisseld met boeken over geschiedenis en goede, spannende boeken van een lichter genre. Tegenwoordig doet dat bij kerkleden weinig wenkbrauwen fronsen. Maar dat was ooit wel anders—in de tijd dat ook bioscoopbezoek nauwelijks openlijk kon worden toegegeven. In het buitenland lag dat vaak nog een flink stuk moeilijker. Ik herinner me twee incidenten uit de jaren 1980.

 

Tijdens een van mijn schaarse bezoeken aan de Verenigde Staten in de periode dat ik de scepter zwaaide bij uitgeverij Veritas, werd ik uitgenodigd om bij een functionaris van de Generale Conferentie, die ik inmiddels goed had leren kennen (en met wie ik nog altijd in e-mail contact ben), te komen eten. Na de maaltijd kwam het gesprek op de boeken die we zoal lazen en toen ik hem vertelde over mijn belangstelling voor thrillers, troonde hij mij mee naar een andere kamer. Daar stond zijn collectie boeken van dat genre. Hij vertelde dat hij die maar beter niet in zijn huiskamer ten toon kon stellen, omdat bezoekende collega’s van het kerkelijk kantoor daar veel moeite mee zouden hebben en dit gemakkelijk vervelende praatjes zou veroorzaken. Ik vond dat destijds al bedenkelijk dat er kennelijk een fikse vorm van sociale controle was en dacht dat ik mij daar, als ik in zijn schoenen stond, niet al te veel van zou aantrekken. Het leek mij teveel op de spreekwoordelijk ‘zwarte-kousen’ houding ten aanzien van televisie kijken. In heel wat Nederlandse huiskamers stond (en staat) bij mensen van de zware protestantse gezindten ‘het boze oog’ achter het deurtje van een zware Oosterhoutse eiken kast, onzichtbaar voor een eventuele inspectie tijdens een ouderlingenbezoek.

 

Rond diezelfde tijd was een andere kerkelijke functionaris vanuit de VS op bezoek in Nederland. Ik had hem naar diverse bestemming gereden en voor hem vertaald. Hij was aan het einde van een vrije lange tournee door een aantal landen in West-Europa gekomen en zou een dag later naar zijn thuisbasis terugreizen. Hij vroeg me of ik misschien iets luchtigs voor hem te lezen had, want daar was hij aan toe. Nou, dat had ik dus wel. En dus gaf ik hem de keuze uit een aantal detectives. Hij koos er een, maar had het boek nog niet  geheel uit toen ik hem de volgende dag naar Schiphol afleverde. Hij vroeg me of hij het mee mocht nemen voor onderweg. Dat leverde natuurlijk geen bezwaar op. Twee weken later ontving ik een brief (het was nog in de tijd dat we echte brieven schreven), van zijn secretaresse met de mededeling dat haar baas mij binnenkort ‘het document’ zou doen toekomen dat hij van me geleend had. Toen hij de brief dicteerde vond hij het kennelijk niet raadzaam de wereldse aard van het document aan zijn secretaresse te openbaren.  Wie weet tot welk gerucht dat immers aanleiding zou geven!

 

De tijden zijn veranderd. Maar helaas komt dit verschijnsel (van dingen voor de buitenwereld verbergen uit angst voor reputatieverlies) nog veel voor (zowel onder kerkelijke employés als andere leden). Dat geeft me altijd de kriebels. Je moet kunnen zijn wie je bent. Als iets niet door de beugel kan moet je het niet doen. Als je iets wel denkt te kunnen verantwoorden mag iedereen het weten. Niets stuit de huidige generatie zo tegen de borst als hypocrisie. En terecht. Integriteit is het wachtwoord van deze generatie. Ik heb altijd geprobeerd daaraan te voldoen. En als dat wel eens kritiek oplevert, dan is dat jammer. Maar hypocriet dingen verborgen houden uit vrees voor bescahdiging van onze ‘goede naam’ is mijns inziens onvergeeflijk.